Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Tweede Advent: wachten op het Kind

Wachten en vol afwachting uitzien naar God die onder ons komt wonen. Dat is Advent voor classispredikant Ellen Peersman.

De dag na sinterklaasavond worden bij mij thuis de kerstspullen van zolder gehaald. Langzamerhand verandert het huis in een kersthuis. Ook de kerststal komt naar beneden. De beelden van Maria, Jozef, de herders en de schapen worden in de stal gezet, maar niet alle beelden. Het Kind in de kribbe en de drie koningen staan in de studeerkamer te wachten tot het hun tijd is. Op kerstavond is het zover. Na de kerstnachtdienst mag de jongste thuis het ‘kindje’ in de kribbe leggen. De drie koningen komen er pas op 6 januari bij.

Leren wachten

Zo hebben onze kinderen geleerd te wachten. Zo leren nu onze kleinkinderen te wachten. Te wachten op God. Dit wachten is ook een verwachten. Ieder jaar kijken we samen verlangend uit naar dat bijzondere moment waarop we Jezus in de kribbe mogen leggen. Wachten is dan geen verspilde tijd, we wachten immers niet op niets. We wachten op God, dat Hij onder ons komt wonen.

Dit (ver)wachten doet mij denken aan de praktisch theoloog en wat hij beschrijft in zijn boek ‘Wachten op God’. Root zegt dat we in ons wachten op God langzaamaan gaan ontdekken wie God echt is. Het is wachten vol verwachting, geen apathisch afwachten. Het is waakzaam uitkijken of God eraan komt.

Dit wachten op God is niet iets wat wij, westerse mensen, uit onszelf kunnen. Ik vind het soms al lastig om in de rij voor de kassa te wachten. Kennelijk ben ik niet de enige, want de zelfscankassa’s zijn met een opmars bezig.

Wachten op God

Gelukkig heb ik hulp! Ik ben lid van het Karmel Convent Noord Titus Brandsma. Dit is een lekenbeweging binnen de Orde van de Karmelieten. Eén keer per maand komen we bijeen en beoefenen we de karmelspiritualiteit: rust, stilte, aandacht, , een viering waarin veel stille momenten zijn. Ook Titus Brandsma (1881-1942) behoorde tot de orde van de Karmelieten. Voor de mysticus Titus was God in alle tijden, in alle mensen en in heel de schepping als bron aanwezig. Volgens Titus is het aan ons om op God te wachten met als doel Gods handelen te kunnen herkennen en te onderscheiden.

In deze adventsperiode helpen de profeten ons ook met wachten en verwachtingsvol uitzien naar de komst van God. Bijvoorbeeld Micha: “Eens zal de dag komen dat de berg met de tempel van de Heer rotsvast zal staan, verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen. Volken zullen samenstromen, machtige naties zullen zeggen: ‘Laten we optrekken naar de berg van de Heer, naar de tempel van Jakobs God. Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen en wij zullen zijn paden bewandelen.’

Halthouden

Zijn woorden doen denken aan de woorden van de profeet Jesaja. Hoopvolle woorden over een toekomst van vrede en recht. Het woord van God komt de geschiedenis van de mensen binnen. Micha roept ons op om in ons leven een ‘move’ te maken, om de boel om te gooien, om een andere beweging in ons leven te maken. Niet alsmaar doorrennen maar halthouden, wachten op wat van Godswege komt.

Dat is Advent: wachten en vol afwachting uitzien naar God die onder ons komt wonen.

Was deze informatie zinvol?
We hebben je feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)