Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud

Geestelijk verzorger Ben de Boer: “Als je ergens Gods Geest ziet, dan in de GGZ”  

Hij struikelt over God, die is namelijk overal waar mensen een weg vinden om te gaan. Geestelijk verzorger Ben de Boer (1967): “In de GGZ knokken mensen vaak om het leven te behouden. Als je ergens Gods Geest ziet, dan is het daar.” 

  • geestelijk verzorger bij de GGZ Amsterdam (Arkin), daarvoor predikant in de SoW-gemeente Velserbroek, dat hij combineerde met geestelijke verzorging bij de GGZ-instelling Bavo in Noordwijkerhout 
  • studie Theologie in Kampen 

Hoe ervaar je je roeping? 

“Heel concreet: in de GGZ. Dat heeft zijn oorsprong in mijn familie, waar psychische kwetsbaarheid een rol speelt. Ik wil er voor mensen zijn, niet alleen voor psychiatrische patiënten maar ook voor de naastbetrokkenen. Zij zijn er elke dag mee in de weer, en dat is een zware taak. Ik ben als geestelijk verzorger verbonden aan de Protestantse Kerk, maar binnen de zorginstelling beschikbaar voor alle mensen met levensvragen.”  

Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?  

“Mensen. Ik kan niets doen zonder anderen. Ik werk samen met collega-geestelijk verzorgers, psychiaters en verpleegkundigen, en ben afhankelijk van doorverwijzingen door psychologen en casemanagers. De zorg kampt met schaarste, en die zal alleen maar toenemen. Mensen krijgen minder aandacht, er wordt eerder een beroep op ons gedaan. Ook wij moeten keuzes maken, zijn beperkt in onze tijd.” 

Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?  

“Als geestelijk verzorger ben ik veel bezig met mijn hoofd, maar ik heb ook een lichaam. Balans is belangrijk. Sport helpt me daarbij: ik loop veel hard, en elk jaar loop ik een marathon. Hardlopen is voor mij ook een vorm van meditatie, onderweg lossen dingen zich vaak vanzelf op. Daarnaast krijg ik energie van het leren van iets nieuws. Zo ben ik een strijkinstrument gaan bespelen, de viola da gamba. Daar beleef ik veel plezier aan.” 

Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?  

“Een klassiek woord: pastoraat. Dat is een groot deel van mijn werk. Ik doe dat binnen klinieken, maar ook ambulant, bij mensen thuis. Daarnaast houd ik van groepswerk. 
Op een afdeling staat dan op een bord: ‘Ben: zingeving.’ Nogal pretentieus en daarom leg ik uit wat daarmee bedoeld wordt. Zingeving is dat er gepraat kan worden over het leven. De mooie en moeilijke kanten ervan. Meestal waarderen mensen dat, al ben ik soms ook het projectiescherm waarop zij hun onvrede met kerk en geloof afbeelden. Voor mensen voor wie geloof al een krachtbron is, ben ik op een meer traditionele manier pastor, soms met bijbellezen en gebed. De uitdaging is om al die verschillende mensen op een passende manier te begeleiden.”  

Welke scholing heb je voor het laatst gevolgd?  

“Een studiedag aan de PTHU met Heleen Zorgdrager over het boek After Method van Hanna Reichel. Van huis uit ben ik systematisch theoloog en geïnteresseerd in de vraag hoe je in deze tijd over God kunt spreken. Dat was ook de insteek van de studiedag: het zoeken naar verbinding tussen klassiek systematisch denken en vormen van bevrijdingstheologie, zoals de verbinding van de theologie van Karl Barth met de queer-theologie.” 

Zie je in je werk dat Gods Geest aan het werk is?  

“Ik zeg weleens: ik struikel over God. Die is overal waar mensen een weg vinden om te gaan. In de GGZ knokken mensen vaak om het leven te behouden. Als je ergens Gods Geest ziet, dan is het daar.” 

Welk boek, welke film of podcast raad je collega’s aan? 

“Het boek van Michel Faber: Het boek van wonderlijke nieuwe dingen. Het vertelt het verhaal van een pastor die op missie wordt gestuurd naar een buitenaardse planeet, Oasis, om daar pastor te zijn voor buitenaardse wezens. Hij raakt steeds meer met hen verweven, en alle vertrouwde beelden die hij had worden afgebroken. Ik heb nog nooit zo’n bijzonder boek gelezen over wat het betekent om pastor te zijn.” 

Welke bijbeltekst gaat met je mee?  

“Het verhaal van Zacheüs, al heel lang mijn lievelingsverhaal; het evangelie in een notendop. Er zit veel moois in. Een man met prestige wordt klein en klimt in een boom. Maar het allermooiste is dat Jezus over God vertelt door iets te doen. Hij gaat bij hem eten. Geen preek maar een daad. En wat ik ook ontroerend vind is dat er staat dat vandaag de redding is gekomen; God hoort niet bij het verleden maar bij het nu.” 

Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?  

“Ik zie de kerk als een zachte plek in een steeds hardere wereld. Ze moet niet mee verharden maar een plek blijven waar mensen welkom zijn en niet buiten de boot vallen.” 

Was deze informatie zinvol?
We hebben uw feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)