Hemelvaart vieren we veertig dagen na Pasen, en Pinksteren tien dagen later. Waarom is dat eigenlijk zo, en wat betekent de tijd ertussen?
Verwijzing naar Hemelvaart
‘Dat Hij leefde heeft Hij hun na zijn lijden en dood herhaaldelijk bewezen door gedurende veertig dagen in hun midden te verschijnen en met hen over het koninkrijk van God te spreken’, vertelt de evangelist Lucas ons aan het begin van het boek Handelingen (hoofdstuk 1 vers 3). Bij de andere evangelisten lijkt Jezus’ afscheid van zijn leerlingen hier op aarde veel korter na de opstanding plaats te vinden, al is er bij geen van hen sprake van een precieze tijdsaanduiding. Wel van famous last words, zoals in Matteüs: ‘Houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’ Marcus vermeldt: ‘De Heer werd opgenomen in de hemel en Hij nam plaats aan de rechterhand van God.’ Bij Matteüs en Johannes ontbreekt enige verwijzing naar een hemelvaart.
Hemelvaart: veertig dagen na Jezus’ opstanding
De liturgische traditie van ‘Hemelvaartsdag’ gaat Bijbels gesproken dus terug op het boek Handelingen (1:9-11), en daarbij is de aanduiding ‘veertig dagen’ (na Jezus’ opstanding) zo letterlijk mogelijk genomen: de gedenkdag van de Hemelvaart wordt precies op de veertigste dag van Pasen gevierd, waarbij de paasdag zelf als eerste dag geteld wordt.
Veertig dagen: volledig doorleefd
Hier zit echter iets meer achter dan eenvoudigweg het principe van een datumprikker. Veertig dagen staat namelijk Bijbels én liturgisch voor een volledig doorlopen periode, net zoals veertig jaar. Na veertig dagen (of jaar) is iets volledig doorleefd. Na een maand plus tien dagen is bijna anderhalve maancyclus gepasseerd en krijgt men in de gaten dat hetzelfde zich gaat herhalen. Of na anderhalve generatie (veertig jaar) zijn er meerdere levensstadia doorlopen en herinnert nagenoeg niemand zich meer hoe het ervoor was.
In die zin lijkt Lucas hier de aanduiding ‘veertig dagen’ te gebruiken: de nieuwe werkelijkheid van de Heer die was opgestaan, had tijd nodig om zich in de beleving van de leerlingen te settelen. Precies zo kunnen we liturgisch gesproken het paasfeest niet in een weekend of week afdoen: we vieren wekenlang feest, totdat de verrassing van de paasochtend langzaam een ingedaald besef wordt – en dat ieder jaar weer.
Vijftig dagen na Pasen
De naam van Pinksteren is ontleend aan het Griekse woord voor ‘vijftig’. In het Engels zien we dat bijvoorbeeld letterlijk terug: ‘Pentecost’. Het is de vijftigste dag van Pasen, waarbij de paasdag zelf weer als eerste dag geteld wordt. In de joodse traditie wordt op de vijftigste dag van Pesach het wekenfeest (Sjavoeot)Verder lezenDe joodse wortels van Pinksteren gevierd, een oogstfeest waarop gevierd wordt dat God de Thora aan zijn volk gaf. Pinksteren, waarop de heilige Geest wordt uitgestort, ontleent zijn datum hier direct aan. Pinksteren is het laatste grote feest in het liturgische jaar. Daarna breekt de lange ‘groene’ tijd aan, tot aan Advent, het begin van het volgende liturgische jaar.
Twee keer Veertigdagentijd
Zoomen we even uit op de jaarkalender, dan zien we ten eerste dat we vóór Pasen een Veertigdagentijd hebben (van Aswoensdag tot Pasen), en erna eveneens (van Pasen tot en met Hemelvaart). Kijken we iets preciezer, en tellen we de zondagen in de Veertigdagentijd voor Pasen mee, dan komen we tot tweemaal vijftig dagen: 47 tot Pasen, de ‘drie dagen van Pasen’, en vijftig erna. Hoewel dit niet helemaal een wiskundige waarheid is, zoals ook de opstanding ‘op de derde dag’ eigenlijk al na amper anderhalve dag was, en omdat het verschil maakt dat je de eerste steeds meetelt, komen we zo toch tot een honderddagentijd in het liturgische jaar. En die fungeert als één groot aureool-in-de-tijd rond de Paasdag als centrum en als kern van het geloof.
Wat is wezenzondag
De tien dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren bevatten één zondag, die in de traditie ‘Wezenzondag’ heet (ontleend aan Johannes 14:18 ‘Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug.’). De leerlingen zijn verweesd achtergelaten toen Jezus ten hemel voer en de heilige Geest nog niet was uitgestort. Op die zondag staat het uitzien naar de komst van de Geest centraal. Want zonder de Geest zullen wij niet bij machte blijken het geloof vol te houden. Het besef dat we het geloof niet helemaal zelf kunnen maken, maar hulp van boven nodig hebben, is belangrijk en uniek voor deze zondag.
Hemelvaartsdag en Wezenzondag combineren
Voor veel mensen betekent ‘Hemelvaart’ een lang, vrij weekend. Diensten op Hemelvaartsdag zijn vaak niet de meest drukbezochte van het jaar. Veel kerken combineren de dienst – of een korter liturgisch moment zoals een ochtendgebed – met een buitenactiviteit als dauwtrappen of fietsen voor het goede doel.
Sommige gemeenten kiezen ervoor geen viering te hebben op die donderdag, en de viering van Hemelvaart te verplaatsen naar de zondag erna. Maar dat is dus uitgerekend Wezenzondag, die immers eveneens een heel onmisbaar eigen geluid heeft.
In zo’n geval is het raadzaam toch beide aspecten in de dienst te laten doorklinken: de Hemelvaart van Christus, zijn ‘troonsbestijging’ aan de rechterhand van God, én het besef dat wij niet kunnen geloven zonder de Geest en voortdurend in verwachting van de Geest leven. Je kunt het accent liturgisch op een van beide leggen in lezing en verkondiging, maar daarbij kan het andere meeklinken in een lied of in de gebedsteksten. Zo kan de dienst op Wezenzondag met een Hemelvaartslied beginnen en een drempelgebed dat eraan refereert, bijvoorbeeld dat de verheerlijkte Christus aanspreekt. Dan zit je meteen midden in de thematiek.
Zie ook de themapagina 'Hemelvaart & Pinksteren' met o.a. liturgische suggesties: