Wereldwijd wordt het Onze Vader in kerken gebeden. Je zou bijna vergeten dat het thematisch van huis uit een joods gebed is en dat het ons allereerst met de synagoge verbindt.
Het Onze Vader wordt, zij het op totaal verschillende manieren, wereldwijd gebeden. In de ene kerk staat het standaard in de liturgie, als afsluiting van de gebeden. In de andere wordt het weggelaten of berijmd gezongen. ‘Gebed des Heren’ wordt het genoemd. Het lijkt of het Onze Vader de kerken verbindt, terwijl het thematisch van huis uit een joods gebed is. Het verbindt ons allereerst met de synagoge.
Over die thematische overeenkomst moeten we het natuurlijk hebben. Want als je zegt dat het Onze Vader veel weg heeft van wat in joodse gebeden wordt gezegd, moet je wel uitleggen waar de overeenkomsten en de verschillen liggen. Zouden joden het Onze Vader in hun liturgie kunnen opnemen? Het is een ‘bespreekgeval’, en de poging tot bespreken doen we hier.
Leren bidden zonder tempel
Kern van de joodse eredienst is het dagelijkse offer. Daarmee dank je God in al zijn grootheid en goedheid. Maar in 587 voor de christelijke jaartelling werd de tempel verwoest en werden de Judeeërs weggevoerd naar Babel. In Babel leerden ze zonder tempel te geloven. In 70 na de christelijke jaartelling gebeurde het nog een keer: de Romeinen verwoestten Jeruzalem en de (herbouwde) tempel, en daarmee kwam tot de dag van vandaag een eind aan de offerdienst op het tempelplein. Nu is een breed gedeelde visie in het jodendom dat je niets van wat in de tempel-liturgie thuishoort daarbuiten praktiseert. Er worden dus ook geen dierlijke offers meer gebracht. Allerlei regels voor priesters en levieten die we in de Hebreeuwse Bijbel vinden, staan on hold, tot de Messias komt.
Het gebed bleef wel. Dat was al een vast onderdeel van het offer en ging nu het offer vervangen. In de synagoge werd een dankoffer een dankzegging, en dat driemaal per dag, dus ook thuis. Het gebed gaat met de zon mee. Het maakt ‘de dag van het gebed’ rond.
Achttiengebed
Het gebed dat religieus-levende Joden driemaal maal per dag bidden en dat thematisch de basis vormt van het Onze Vader is het zogeheten ‘Achttiengebed’. Dat gebed heeft lange tijd geen vaste vorm gekend. Het bestaat uit 19 zegenspreuken - door aanvullingen en splitsing van spreuken bestaan er verschillende versies - die steeds worden afgesloten met: ‘Gezegend zijt Gij HEER, die zijn volk Israël zegent met vrede.’ Dat is bepaald wat anders dan een schietgebedje. In de Siddoer, het dienstboek, wordt met grote en kleine letters aangegeven wat nu gebeden moet worden en wat kan wachten tot de sabbat.
Opvallend is dat in feite alles wat in het Achttiengebed staat ook in het Onze Vader voorkomt:
Gezegend (=Geprezen) zijt Gij,
heilig is uw Naam,
breng ons nader, onze Koning, tot uw dienst;
vergeef ons, want wij schieten tekort;
verlos ons; zegen dit jaar en wat het opbrengt;
verzadig ons met uw goedheid.
De kern van het Achttiengebed en het Onze Vader zijn in wezen gelijk. Joden zouden dus het Onze Vader een plaats in hun liturgie kunnen geven. Jezus houdt zijn leerlingen een denkwijze voor die in zijn dagen gangbaar was en die in de synagoge nog steeds gangbaar is: God wordt aangesproken als de bron van zegen en op die manier geprezen.
Hoor Israël
Daarnaast is er een tweede brandpunt: het Sjema: ‘Hoor Israël!’ Het zijn de woorden van Deuteronomium 6:4-9, die naast nog enkele korte teksten in een klein doosje zitten dat aan een riem is bevestigd. Een gebedsriem dus, die om de linkerarm wordt gewikkeld. Een andere wordt zo gewonden dat het blokje op het voorhoofd komt. De bidder is zo letterlijk en figuurlijk verbonden met God. De eerste regel is de meest sprekende: ‘Hoor, Israël, de HEER is je God, de HEER is één. Je zult de HEER liefhebben met je hele hart, met je hele ziel en met je hele vermogen.’ Jezus voegt er nog wat aan toe: verstand (Marcus 12:30). Het Sjema hoort in de kern van de joodse liturgie en dat is liefdevolle dankzegging, zegening en erkenning van de grootheid van God.
Alles in drievoud
Het getal 3 wordt in het Oude en Nieuwe Testament in verband gebracht met God. Dat zie je ook op allerlei plaatsen in de liturgie, hier te beginnen bij het Onze Vader:
Uw naam zij geheiligd,
Uw koninkrijk kome,
Uw wil geschiede …
Het is een beleefde inleiding, een vorm je te laten insluiten door de heiligheid van God. Dan volgt een trits van gebeden, de kern daarvan is:
Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben,
vergeef ons onze schulden zoals ook wij vergeven wie ons iets schuldig is,
leid ons niet in beproeving, maar red ons van de Boze (of: het kwaad).
En dan volgt opnieuw een drieslag: (van later datum):
Want aan U behoort het koningschap,
de macht en de majesteit
in eeuwigheid. Amen.
Waarom zouden joden in de synagoge het Onze Vader níet willen bidden? Allereerst omdat het een privégebed is. Verder omdat het Onze Vader al eeuwen en eeuwen kerkelijk is gekleurd. Het is een ‘gebed van de HEER’, van Jezus geworden. Zoals het Sjema niet in de christelijke liturgie een plaats heeft gekregen, ondanks het feit dat het kennelijk voor Jezus belangrijk was. Ook in het Onze Vader gaan synagoge en kerk verschillende wegen. Iemand die in de kerk een gebedsmantel omslaat en gebedsriemen aanlegt, is geen jood maar doet ‘joods’, en daarop zit niemand te wachten.
Waardigheid
Een ervaring van jaren geleden, in een kerk in Damascus. Vanaf een speciale preekstoel werd het Onze Vader gebeden. Dat was geen vanzelfsprekendheid. De priester leidde het in met een tekst die je het beste zo kunt weergeven: “Maak ons waardig, zodat we het aandurven U ‘Onze Vader’ te noemen.” Waardigheid zou ons ook met de joden verbinden.
Lees meer in de online serie 'De joodse wortels van':