De tekst van ons Oude Testament is dezelfde als die van de Hebreeuwse Bijbel. In de kerk komt het Oude Testament er vaak wat bekaaid vanaf, terwijl het met de Hebreeuwse Bijbel allemaal is begonnen.
De Hebreeuwse Bijbel
De Bijbel is met 2,5 miljard exemplaren het meest verhandelde boek ter wereld. Voor we dit met een zeker genoegen vaststellen: één Bijbel rekenen we in verkoopverhaaltjes vaak niet mee: de Hebreeuwse. En daarmee is het nota bene allemaal begonnen.
De Joden spreken als ze het over hun Bijbel hebben over Tenach of Miqra, wat zoiets betekent als ‘wat hardop wordt voorgelezen’. En als dat wordt gedaan, gaat er een wereld voor je open. Je hoort oeroude verhalen over hoe het allemaal met Israël begonnen is, je leest over voorschriften hoe je met het heiligdom moet omgaan, je maakt kennis met de profeten die de voorschriften uitleggen. En daarna houd je nog een dikke stapel boekjes en liederen over die je meenemen in een wereld waarin men op zoek is naar God.
Taal en volgorde
Slechts een enkele keer weten we in deze Miqra precies wanneer iets speelt, het is moeilijk er een jaartal bij te schrijven. Maar dat doet er niet zoveel toe. Wat er wel toe doet, is de volgorde van de teksten: de voorschriften (de Wet) worden door de profeten uitgelegd en Israël reageert daar dankbaar op, vooral met liederen. Vrijwel alle teksten zijn in het Hebreeuws geschreven. Een paar teksten zijn geschreven in het Aramees, de oudste nog levende taal ter wereld. Later is de Hebreeuwse Bijbel in het Grieks vertaald, domweg omdat men het Hebreeuws niet meer kende. We nemen aan dat alleen de rabbijnen de tekst nog in het Hebreeuws konden lezen. De gewone (Joodse) man sprak Aramees, de wat hoger opgeleide sprak Grieks.
Klinkers en medeklinkers
Zo is het Nieuwe Testament in het Grieks geschreven. Dat was de normale handelstaal in die dagen, de laatste eeuwen voor de jaartelling die we met nul opnieuw begonnen zijn. We weten dat in Alexandrië een breed Joods studiecentrum is geweest. De tekst van de Hebreeuwse Bijbel die voor onze bijbelvertaling is gebruikt, komt van oorsprong uit Alexandrië maar is in de middeleeuwen in Tiberias bewerkt en van klinkers voorzien. Dat is wel even van belang. De Hebreeuwse tekst heeft van oorsprong geen klinkers. Door die toe te voegen ontstond er een tekst die niet meer voor allerlei verschillende uitleg vatbaar was. De medeklinkertekst is trouwens heilig. Op de boekrol vind je geen klinkers, in de boeken wel. Dat maakt het niet onmogelijk om de tekst te lezen. Een voorbeeld: als in een contactadvertentie staat MN ZKT VRW KND GN BZWR zal iedereen die een beetje is ingevoerd in de Nederlandse taal dat foutloos kunnen lezen.
Een Joods boek
De Hebreeuwse Bijbel is van begin tot eind een Joods boek. De tekst ervan is dezelfde als van ons Oude Testament. Maar als je ‘Oude Testament’ zegt, veronderstelt dat ook dat er een Nieuw Testament is. De Joden hebben uiteraard geen Nieuw Testament en zullen daarom de Hebreeuwse Bijbel nooit Oude Testament noemen. De uitdrukking ‘het Oude Testament’ is christelijk en komt uit een tekst van Paulus die het over de voorlezing het Oude Verbond heeft, in het Latijn: in lectione veteris testamenti, dus ‘bij de lezing van het Oude Testament’ (2 Kor. 3:14). Is het Oude Testament dan niet afgeschaft? Gelukkig niet.
Nieuwe Testament onbegrijpelijk zonder het Oude
We zouden maar heel weinig begrijpen van het evangelie en van Jezus als op de achtergrond het Oude Testament niet zou meespelen. Allereerst omdat Jezus en Paulus heel vaak uit het Oude Testament citeren. Verder hebben de evangelisten hun werk zo opgebouwd dat je er een vorm van het Oude Testament in terugvindt.
Een voorbeeld: de Bijbel begint met een man en een vrouw in een tuin en zo eindigt de Bijbel ook, in Openbaring 21-22. Na Pasen vinden we ook een man en een vrouw in een tuin: Maria en Jezus, die voor de tuinman wordt aangezien. Ook de gelijkenissen van Jezus zitten vol verwijzingen naar het Oude Testament. Dat komt zonder Hebreeuwse achtergrond allemaal in de lucht te hangen. Het is dus een heel slecht idee om alleen het Nieuwe Testament uit te geven. Het Nieuwe Testament is onbegrijpelijk zonder het Oude. Het is eigenlijk het ‘verklarende woordenlijstje van het Oude Testament’ is wel eens gezegd. Het lijkt zo simpel: joden en christenen lezen dus dezelfde bijbel, alleen noemt de synagoge dat ‘Hebreeuwse Bijbel’ of ‘Miqra’ en noemt de kerk dat het ‘Oude Testament.’
Verschillende contexten
Betekent dat dan dat we alleen een verschillende naam voor het eerste deel gebruiken? Dat is nog maar de vraag. Technisch klopt dat wel: de tekst van de Thorarol is dezelfde als die van het Oude Testament, maar wordt in de rabbijnse traditie heel anders uitgelegd dan in een christelijke omgeving. De kerk heeft bovendien de Joodse feesten niet. De tekst van de Hebreeuwse Bijbel is met eindeloze zorg vastgelegd. Toen halverwege de vorige eeuw allerlei vooral Hebreeuwse teksten in grotten bij de Dode Zee werden gevonden, was er een complete Jesajarol bij. Die was 1000 (!) jaar ouder dan de tekst die wij in onze bijbelvertaling hebben gebruikt en week nauwelijks af van onze middeleeuwse tekst.
OT komt er bekaaid vanaf
Het Oude Testament is er in de kerk vaak wat bekaaid vanaf gekomen. Dat merk je aan allerlei dingen: het evangelie is leidend. In allerlei kerken gaat de gemeente bij de evangelielezing staan en blijft men bij andere lezingenVerder lezenDe Schriftlezing zitten. Het Oude Testament lijkt vaak niet meer dan een illustratie bij het evangelie. Soms wordt het Oude Testament als verouderd beschouwd. Of nog erger, bij antisemieten: als Joods en dus fout.
Een voorbeeld kan dat verduidelijken. Vaak is het Oude Testament afgeschreven vanwege het onheilspellende beeld van God dat daarin zou worden geschetst. Te pas en te onpas (vooral te onpas) wordt Gods toorn uitgemeten. Maar dat God in de Thora en de Profeten een partner is van Israël, de geliefde, een bruidegom zelfs en dat die toorn een vorm van liefdesverdriet is, blijft onderbelicht. Het gaat immers om en over een jaloerse God, in de Tien Geboden en ver daarbuiten.
Het Aloude Testament
In heel veel theologie doet het Oude Testament niet serieus mee. Een pleister op deze wond is het gebruik van een andere naam: het Eerste Testament. Daarmee is geen enkel probleem opgelost. Wat een beetje zou helpen is te spreken van het Aloude Testament. Dat heeft iets van de glorie die het boek toekomt: de Bijbel van Israël, van Mozes, Elia en de andere profeten. En van Jezus en de apostelen. Hun omgang met God is de basis van onze omgang. Zij maakten de weg door die weg te gaan.
Lees ook de vorige aflevering van deze serie:
Illustratie: Roel Ottow