Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud

Ds. Werner Pieterse: “Preken zouden meer als een gedicht mogen zijn”  

Misschien moeten dominees meer literatuur en poëzie lezen, denkt ds. Werner Pieterse (1970). “Preken zijn in onze traditie vaak leerstellig. We hoeven als dominees niet overal een standpunt over te hebben.” 

  • gemeentepredikant in achtereenvolgens Muiderberg, Heinkenszand, Amstelveen, nu in Haarlem-Noord en Spaarndam (twee verschillende kerken); na Muiderberg vier jaar voor Kerk in Actie in de zending gewerkt in Kameroen 
  • studie theologie aan de Universiteit Utrecht, kerkelijke opleiding in Amsterdam (hervormd) 

Hoe ervaar je je roeping? 

“Ik ben ooit aangeraakt door een geheim, laat ik het maar gewoon God noemen. Ik voelde: dit is waar het om gaat en dit is wat ik te doen heb. We hebben als kerk een prachtige bron in handen, vol traditie en schoonheid, waar ik me door gedragen en aangeraakt voel. En dat gevoel wordt sterker naarmate ik ouder word. Ik word langzaamaan orthodoxer geloof ik ...” 

Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken? 

“Dat hangt ermee samen dat ik in een gemeente niet tegen de stroom in hoef te roeien, dat er een gevoel van geestverwantschap is. Ook direct met elkaar communiceren hoort daarbij, dat doen ze in Noord-Holland gelukkig goed. Verder vind ik tijd om me ten volle te kunnen wijden aan de zondagse eredienst belangrijk, net als collegialiteit met collega’s in omliggende dorpen, en ruimte voor studie en bezinning. En ik hecht aan goede muziek in de dienst. Ik ben altijd gezegend geweest met goede organisten die met zorg en een eigen inbreng de dienst mee voorbereiden.” 

Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt? 

“Ik heb ‘tussenruimte’ nodig, ik werk niet een programma af. Ruimte en rust om de verschillende dingen voor te kunnen bereiden. Als ik mezelf die ruimte gun en als die ruimte mij wordt gegund, brand ik niet zo snel op.” 

Welk onderdeel van je werk doe je het liefst? 

“Voorgaan, een mooie kerkdienst, waar iets gemeenschappelijks ontstaat, waar de onderdelen op elkaar inhaken, waar geestverwantschap mag groeien, waar we met elkaar een geloofsweg afleggen. Met een groepje van twaalf mensen bereid ik maandelijks de preek voor, dat is hartstikke leuk. Zij luisteren nu ook anders, zeggen ze. Sommige gemeenteleden vinden misschien dat ik te weinig concreet ben of te weinig advies geef vanaf de kansel. Maar het is voor mij belangrijk om het geheim intact te laten. Ik schep ruimte, ruimte die ik zelf ook verlang. ‘Ik weet het ook niet, maar zal ik je een verhaal vertellen?’” 

Welke scholing heb je voor het laatst gevolgd? 

“Ik volg momenteel de opleiding tot interim-predikant. Ik ben bijbels-theologisch opgeleid, mijn passie ligt echt in de taal, maar deze tijd vraagt ook een ander soort scholing, een ander predikantschap. Ik leer allerlei nieuwe dingen waarover ik nog nooit zo had nagedacht.” 

Zie je in je werk in de kerk dat Gods Geest aan het werk is? 

“Binnenkort doen drie jonge mensen belijdenis van hun geloof. Dat vind ik heel bijzonder. Ze doen het doordacht en doorleefd. Deze tijd roept op een of andere manier ook om verdieping, om nadenken over spiritualiteit, over je ziel. Ik zie het ook in de zondagse diensten, in de vespers in de Veertigdagentijd: taal wordt een werkelijkheid, een gebed wordt meer dan een tekst, noten worden muziek, er gebeurt iets. En ik ervaar deze ook bij bijvoorbeeld stervensbegeleiding. Rond de laatste levensdagen is de geest heel nadrukkelijk aanwezig. Ik heb niet zo veel met de vurige tongen, het heeft meer met ontroering, geraakt zijn te maken.” 

Welk boek, welke film of podcast raad je collega’s aan? 

“Eigenlijk zouden alle dominees Oroppa van Safae el Khannoussi moeten lezen. Misschien moeten dominees sowieso meer literatuur lezen, en poëzie. Preken zijn in onze traditie vaak leerstellig, ze zouden wel wat meer als een gedicht mogen zijn. We hoeven als dominees niet overal een standpunt over te hebben. Over Israël en Gaza kunnen we misschien beter maar eens een boek lezen. En in films komt een hele wereld voorbij waar wij veel taal voor nodig hebben. Elke dominee zou met Kerst een Cinevillepas van de landelijke kerk moeten krijgen.” 

Is er een bijbeltekst die met je meegaat? 

“Ik houd ontzettend van het boek Genesis, daar kom ik altijd weer op terug. Omdat daar het verhaal van God en mensen op de meest pregnante manier verteld wordt. Ik maak geen preek zonder terug te gaan naar de grondtekst, de rijkdom van de Hebreeuwse taal is onwaarschijnlijk. Met name de eerste vijf hoofdstukken, het drama in de tuin, daar staat eigenlijk alles in. Als het gaat om mijn eigen spiritualiteit, mijn eigen voeding, dan word ik daar het meest door geraakt. Dat ‘geraakt zijn’ moet er zijn, er moet iets borrelen, anders hoef ik mijn mond niet open te doen op zondag.” 

Wat hoop je voor de toekomst van de kerk? 

“Ik hoop dat er plekken blijven waar de Schrift open blijft gaan en waar gevierd wordt, dat er het besef is dat er een God is die ons roept tot aanbidding. Het gaat niet om groot en veel. Het model met wijkkerken gaat voorbij. Als er maar ergens in een stad of een dorp één centrale plek is waar de Schrift opengaat.” 

Was deze informatie zinvol?
We hebben uw feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)