Een school-kerk-gezinsdienst wordt gezamenlijk door de school en de kerk voorbereid. De dienst vindt meestal plaats in het kerkgebouw. Wanneer het gaat om de viering van bijvoorbeeld Kerst of Pasen, kan het ook op school zijn.
Samen voorbereiden
Hoe de voorbereiding, de samenwerking en de invulling eruitzien, hangt af van zowel de school- als de kerkcultuur. Op de ene plek neemt de predikant het voortouw, op andere plekken doet een groepje leerkrachten dit. Idealiter bereiden zij de dienst samen voor, zodat school en kerk elkaar kunnen versterken en de dienst aansluit bij zowel de leerlingen als bij de gemeente. In veel gevallen komt, voorafgaand aan de dienst, de voorganger op school om de dienst met de leerlingen voor te bespreken en voor te bereiden. De leerkrachten besteden samen met hun leerlingen aandacht aan het thema van de dienst en maken hier bijvoorbeeld creatieve verwerkingen voor. Soms is er materiaal voor thuis beschikbaar, zodat ook gezinnen met het thema aan de slag kunnen.
Aard en doel kunnen verschillen
Voor de school hangen aard en doel van de school-kerk-gezinsdienst vaak sterk samen met haar leerlingenpopulatie. Als de meeste leerlingen op zondag naar de kerk gaan, is het voor de school niet meer dan logisch om samen met de kerk een dienst te organiseren. Op deze manier maken school en kerk concreet dat ze samen om de kinderen heen staan en samen - met het gezin - verantwoordelijk zijn voor de geloofsopvoeding van de kinderen. We zien dit het duidelijkst terug op scholen met de Bijbel.
Waar leerlingen en leerkrachten die op zondag een kerkdienst bezoeken een kleine minderheid zijn, hechten de scholen vaak waarde aan de dienst omdat deze een mooie en laagdrempelige manier is om kinderen (en hun ouders) kennis te laten maken met een belangrijk aspect van de christelijke traditie.
Voor welke leeftijd?
Voor school-kerk-gezinsdiensten werken kerken samen met basisscholen. Een kind van 4 denkt en beleeft anders dan een kind van 12. Je kunt recht doen aan deze verschillen door niet alleen de kinderen als groep aan te spreken, maar je af en toe specifiek te richten op de jongere of de oudere kinderen. De voorbereiding in de klassen helpt om het niveau (en de bijbehorende vragen) van de kinderen goed in te schatten. De leerkrachten kunnen op dit punt meedenken.
Hoofd, hart en handen
Een uur lang stilzitten en luisteren is niet de specialiteit van kinderen. Houd hier, zeker als er kinderen komen die nauwelijks in de kerk komen, rekening mee. Dit kan door hoofd, hart én handen aan te spreken. Het hoofd van kinderen wordt aangesproken als ze ontdekken hoe een kerkdienst in elkaar zit en als ze nieuwe dingen leren over het bijbelgedeelte dat centraal staat. Het hart wordt aangesproken als ze via de liturgie en de gebruikte rituelen iets proeven van het geheim van Gods aanwezigheid en de zorg voor elkaar. Een bekend kinderlied dat ze op school geoefend hebben, kan in de context van de kerk iets mystieks krijgen. Een zegen van God zegt weinig, tenzij het aan ze uitgelegd wordt. En de voorbeden komen heel dichtbij als daarin ook aandacht is voor gebedspunten die ze zelf aan hebben gedragen.
De handen (en de mond en de voeten) worden aangesproken wanneer ze tijdens de dienst zelf een rol hebben. Laat de kinderen bijvoorbeeld het collectedoel bedenken, dit aankondigen en ervoor collecteren. Laat alle groepen een kunstwerk maken dat zichtbaar is in de dienst, of dat ze tijdens de dienst presenteren (denk aan een tableau vivant rond de bijbellezing of een sketch als inleiding op de preek). Zing liederen die ondersteund kunnen worden met gebaren of instrumenten, of maak een projectkoor met leerlingen van de school. Ook kunnen leerlingen een rol spelen bij het maken en verspreiden van de bloemengroet. Laat alle kinderen een paar bloemen meenemen naar de kerk en bedenk tijdens de voorbereiding met de kinderen wie uit de woonplaats een bloemengroet zou moeten krijgen.
Weinig of veel jeugd?
Of er veel of weinig jeugd naar de kerkdienst komt maakt voor een school-kerk-gezinsdienst niet uit. Zelfs als er in een reguliere zondagse dienst geen kind komt, kun je samen met de school de organisatie van deze dienst oppakken. Als er tijdens de dienst ook kinderen van andere scholen aanwezig zijn, is het belangrijk dat ook zij zich thuis voelen. Bedenk hoe je deze kinderen bij de dienst kunt betrekken.
Binnen het geheel van de gemeente
Er zijn voorbeelden waarbij de school-kerk-gezinsdienst geen enkele spanning oproept. De gemeente geniet van de aanwezigheid van al die kinderen en ouders die er anders niet zijn. In de heilige chaos die een school-kerk-gezinsdienst soms typeert, ontmoeten de gemeenteleden en de leerlingen samen God en elkaar.
Maar er zijn ook voorbeelden waarin het schuurt. De kerk- en schoolcultuur zijn niet alleen verschillend, ze botsen ook. Gemeenteleden storen zich aan al die wiebelende kinderen en hun ouders die om de haverklap gaan applaudisseren, terwijl je ze daarna niet meer in de kerk ziet. Leerkrachten op hun beurt vinden het lastig dat de liedcultuur van de kerk voor de leerlingen niet erg toegankelijk is.
Juist de school-kerk-gezinsdienst kan een mooie aanleiding zijn om je als kerkenraad en gemeente te bezinnen op de vraag of de kerk en de kerkdienst een thuisplek mogen zijn voor kinderen en jongeren, ook als dit kinderen zijn die maar heel af en toe in de dienst komen. En als dit mag, wat zijn hiervan dan de consequenties voor de invulling van de school-kerk-gezinsdienst?
Niet alleen op zondag
De school-kerk-gezinsdienst is de bekendste samenwerkingsvorm tussen school en kerk. Maar er is meer mogelijk. Zo zijn er predikanten of jeugdwerkers die gastlessen verzorgen op school, bijdragen aan de vieringen rond de feestdagen, het team trainen om bijbelverhalen te vertellen en het gesprek daarover met de leerlingen aan te gaan, of meedenken over de identiteit van de school. Er zijn kerken die huiswerkbegeleiding bieden, het ontbijt op school verzorgen of met de leerlingen een moestuin onderhouden. Inmiddels zijn er zelfs pioniersplekken op scholen gestart. Kortom, de mogelijkheden zijn eindeloos.
Veel scholen staan open voor een gesprek met de kerk over mogelijkheden om samen te werken. Nu scholen zoeken naar wegen om hun christelijke identiteit handen en voeten te geven, lijkt er zelfs van een nieuwe openheid sprake te zijn. De voorbereiding of de evaluatie van de school-kerk-gezinsdienst kan aanleiding voor dit gesprek zijn. Vanuit de kerk is het belangrijk om te werken met een paar vuistregels:
- Toon belangstelling voor wat in de school speelt. Vraag in het gesprek concreet wat er leeft, waar de school trots op is en waar uitdagingen liggen.
- Vraag hoe jullie als kerk dienstbaar aan de school kunnen zijn. Brainstorm met elkaar welke rol de kerk kan spelen bij waar de school tegenaan loopt.
- Ga in het contact met de leerlingen en de leerkrachten een open dialoog aan. Vaak hebben zij een andere levensovertuiging. Ga hier respectvol en waarderend mee om. Wat kunnen jullie van elkaar leren?
- Werk vanuit gewortelde eigenheid. Als kerk zijn jullie anders dan de muziekschool of de voetbalclub die ook komen praten over samenwerking. Breng deze, tijdens het gesprek en tijdens de activiteiten die jullie gezamenlijk gaan oppakken, in. Het is mooi als de leerlingen en de leerkrachten door de samenwerking iets van Gods liefde voor hen en voor deze wereld ontdekken.
Een school-kerk-gezinsdienst vindt alleen plaats in de samenwerking tussen basisschool en kerk. Er kan ook met het voortgezet onderwijs samengewerkt worden. In het gesprek dat je daar voert, gelden dezelfde vuistregels.
Materialen school-kerk-gezinsdienst
- Zoek je naar een andere opzet voor de kerk-school-gezinsdienst of wil je de frequentie uitbreiden? Overweeg kliederkerk eens, laagdrempelige intergeneratieve vieringen geschikt voor kinderen die niet zo bekend zijn met het christelijk geloof.
- Op een aantal plekken vindt de school-kerk-gezinsdienst op bid- en dankdag plaats. Hiervoor wordt meestal de themamap gebruikt die de HGJB heeft ontwikkeld met materiaal waar op school, in de kerk én thuis mee gewerkt kan worden.
- Voor predikanten en jeugdwerkers die gastlessen op basisscholen geven, ontwikkelde de Protestantse Kerk samen met Kwintessens en PC GVO lessuggesties bij het boek ‘Wat geloof jij eigenlijk?’ van Karel Eykman.
- Zoek je naar materiaal voor een excursie in de kerk? In dit programma zie je hoe je zo’n excursie kunt aanpakken.
- In Amstelveen groeide de jaarlijkse school-kerk-gezin-viering uit tot een programma waarbij iedere leerling jaarlijks op een andere manier contact met de kerk heeft.
- Kerk-school-gezinsdiensten vinden alleen in samenwerking met christelijke scholen plaats. Maar kerken kunnen ook van betekenis zijn voor openbare basisscholen. Lees verder voor een aantal suggesties.
- Een paar jaar geleden heeft, in opdracht van de koepelorganisatie Verus, een onderzoek plaatsgevonden naar het bijbelgebruik op protestants-christelijke scholen. Het laat zien welke praktijken en uitdagingen er zijn.
Lees ook: