Er is geen enkel aanknopingspunt tussen onze wereld en God, meende theoloog Karl Barth. Hij werkte zijn gedachtegoed uit in zijn Kirchliche Dogmatik. Zijn theologie behoedt ervoor het geloof te verbinden met heersende ideologieën en opvattingen.
Predikant en hoogleraar
Op 10 mei 1886 wordt in Bazel Karl Barth geboren, als zoon van Fritz Barth en Anna Sartorius. Hij trouwt in 1913 met Nelly Hoffmann. Net als zijn vader studeert Barth theologie. Na tien jaar predikant geweest te zijn, wordt hij in 1922 hoogleraar, eerst in Göttingen, daarna in Münster en Bonn. In Bonn maakt hij de machtsovername door Hitler mee. Wanneer hij in 1935 weigert de eed op Hitler af te leggen, wordt hij door de regering geschorst en ontslagen. Kort daarna wordt hij tot hoogleraar benoemd aan de Universiteit van Bazel. Daar werkt hij tot zijn emeritaat in 1961. Hij overlijdt op 10 december 1968 en wordt in Bazel op de begraafplaats Hörnli begraven.
Wanneer hoorden wij voor het eerst van hem?
Al in 1918 wordt een preek van Barth, die hij in 1916 in zijn gemeente te Safenwil gehouden heeft, in het Nederlands gepubliceerd. Barth is dan nog nauwelijks bekend. In die preek naar aanleiding van Ezechiël 13:1-16 gaat Barth in op de onrust die zijn radicale prediking in zijn gemeente oproept. Het is te gemakkelijk, stelt hij, die onrust toe te schrijven aan het karakter van de dominee. Hij wijst erop dat tussen Gods Geest en de geest van de mammon vrede onbestaanbaar is. God die onze vrede of behoefte aan rust verstoort is een thema dat in zijn werk telkens terugkeert.
Waarmee is hij bekend geworden?
Uit verbijstering over de steun van zijn theologische leermeesters aan de Duitse oorlogspolitiek in 1914 ziet Barth zich genoodzaakt tot een grondige herziening van zijn theologie. Hij grijpt terug op de Bijbel en de grote denkers uit het verleden. Hij gaat Paulus’ brief aan de Romeinen lezen vanuit de vraag wat daarin over ons en onze wereld gezegd wordt. Het leesverslag dat daaruit voortkomt publiceert hij in 1919, en het trekt de aandacht omdat hij daarin afscheid neemt van een optimistisch vooruitgangsdenken.
Het levert Barth de uitnodiging op om in 1919 in het Duitse Tambach een lezing te geven op een bijeenkomst van religieus-socialisten. In deze lezing met de titel Der Christ in der Gesellschaft neemt hij afstand van een directe verbinding van geloof met socialisme, in die zin dat God in het socialisme te herkennen zou zijn. Wat hij in deze lezing aanduidt, werkt hij breed uit en scherpt hij aan in de tweede druk van zijn boek over de brief aan de Romeinen die hem in Duitsland maar ook in Nederland pas echt bekend maakt. De dragende gedachte van deze tweede druk is dat God God is en de mens mens. Er is geen enkel aanknopingspunt tussen onze wereld en God. Voor ons is en blijft God de vreemde, de onbekende. Bekend wordt God als Hij zich in Jezus Christus aan ons openbaart. Het nieuwe van zijn toekomst komt niet vanuit onze (denk)wereld op, maar raakt ons bestaan van buiten. Daarvoor gebruikt Barth het beeld van de loodlijn die ‘loodrecht van boven’ ons bestaan raakt.
Deze fundamentele gedachte werkt Barth uit in zijn hoofdwerk, de Kirchliche Dogmatik. Het accent op de ‘diastase’, de absolute grens tussen hemel en aarde, nuanceert hij later. Het gaat niet alleen om de goddelijkheid van God, maar ook om de menselijkheid van God. Christus openbaart niet alleen wie God is, maar tegelijk ook wie de mens is. Van ons wordt niet alleen deemoed gevraagd, maar ook om mens te worden naar zijn hart dat Hij in Jezus Christus voor ons geopend heeft.
Wat kunnen we in de plaatselijke gemeente in Nederland met zijn gedachtegoed?
De theologie van Barth is en blijft voor de kerk en de gemeenten een waarschuwing om de volgorde van de heilige Schrift in het oog te houden. Godskennis begint niet bij ons, bij ons denken, onze twijfels, onze systemen. Wanneer we bij onszelf beginnen, wordt ons geloof de expressie van onze diepste gedachten, wensen of verlangens. Dan is het goed om kennis te nemen van de publicaties waarin Barth voor de gemeente de Apostolische geloofsbelijdenisVerder lezenWat wordt er beleden in de Apostolische Geloofsbelijdenis? uitlegt. Een voorbeeld daarvan is Dogmatik in Grundriß, in het Nederlands vertaald als De hoofdsom van de heilige leer (te vinden op karlbarth.nl).
Zien we de doorwerking van zijn gedachtegoed ergens terug?
Een directe doorwerking van Barths theologie vinden we in de kerkorde van onze kerk. Daarin wordt de betekenis van de Verklaring van BarmenVerder lezenDe ‘theologische verklaring’ van Barmen (1934) erkend voor het belijden van heden. De voornaamste opsteller van deze verklaring is Karl Barth. De verklaring werd in 1934 opgesteld om de kerk weerbaar te maken tegen de ideologie van de ‘Duitse christenen’ die het geloof in God, de Vader van Jezus Christus, met het nationaalsocialisme verbonden.
Deze verklaring kan de kerk ook nu behoeden voor een verbinding van het geloof met de in onze tijd heersende ideologieën en opvattingen. Zij kan haar ook helpen om belijdend te spreken en te handelen.
Lees meer in de serie theologische profielen: