Wat zijn ambtsdragers?
De definitie van ambtsdrager is ‘iemand die een ambt bekleed’. In de kerk zijn er drie ambten: predikant, ouderling(-kerkrentmeester) en diaken. Om ambtsdrager te worden moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen. Een predikant moet een speciale opleiding hebben gevolgd. Ouderlingen en diakenen moeten (in de regel) belijdende leden zijn van de gemeente. Ambtsdragers vormen samen de kerkenraad en geven leiding aan de gemeente.
Bevestiging ambtsdragers
De bevestiging van ambtsdragers in de Protestantse Kerk in Nederland is een plechtig moment waarbij ouderlingen, diakenen en predikanten officieel in hun ambt worden geïnstalleerd. Deze bevestiging vindt plaats tijdens een kerkdienst en wordt geleid door een predikant. De kandidaat beantwoordt bevestigingsvragen waarin hij/zij belooft trouw te zijn aan de Schrift en de gemeente te dienen. De gemeente belooft op haar beurt de nieuwe ambtsdrager te steunen. Na de beloften volgt handoplegging of het geven van de hand als teken van overdracht van verantwoordelijkheid.
In het dienstboek van de Protestantse Kerk zijn liturgische teksten te vinden die passen bij de bevestiging van ambtsdragers.
Ambtstermijn
Een ambtsdrager wordt benoemd voor een termijn van ten minste 2 jaar. Een ambtsperiode duurt in principe 4 jaar. Bij herverkiezing na de eerste periode van 4 jaar is een ambtsdrager direct herkiesbaar voor een periode tussen de 2 en 4 jaar, totdat iemand 12 jaar aaneengesloten ambtsdrager is geweest, dat is de maximale periode.
Nadat iemand 11 maanden geen ambtsdrager is geweest in een gemeente, de zogeheten ambtsvrije periode, kan een nieuwe ambtstermijn van start gaan. De regels voor de ambtstermijn zijn er om te voorkomen dat de gemeente onafgebroken dezelfde leiding heeft én om de ambtsdragers met een taak de ruimte te geven deze taak ook weer neer te leggen.
Er zijn twee bijzondere situaties:
1. de ambtsdrager is afgevaardigd naar de classis en/of synode
Als een ambtsdrager is afgevaardigd in een meerdere vergadering (naar de classis en/of synode), dan mag de termijn van de ambtsdrager worden verlengd tot het einde van de termijn waarin de ambtsdrager bij de meerdere vergadering is benoemd.
2. als er geen opvolger is
Als het in een gemeente niet mogelijk is een vervanger voor de ambtsdrager te vinden terwijl de ambtsdrager al aan de maximale termijn van 12 jaar zit, mag de ambtsdrager nog maximaal 6 maanden na het verloop van de termijn zitting blijven houden in de kerkenraad. De ambtsvrije periode van 11 maanden begint te lopen bij het formele aflopen van de termijn. Dat betekent dus dat de (afscheidnemende) ambtsdrager na de 6 extra maanden nog 5 maanden ambtsvrije periode heeft te gaan voordat hij of zij weer benoemd/verkozen kan worden.
Nieuwe ambtsdragers werven
Wanneer een gemeente niet meer genoeg mensen kan vinden om de ambten te vervullen, liggen er vaak veel taken op weinig schouders. Nieuwe mensen staan meestal niet te popelen om zo'n groot takenpakket over te nemen. Wat kun je als gemeente dan doen? Lees hier verschillende oplossingen en tips om de ambten weer gevuld te krijgen.
- Taken schrappen
- Taken anders organiseren
- Nieuwe mensen werven voor de kerkenraad
- Een op maat gemaakte maatregel aanvragen
- Samenwerken met een andere gemeente
- Samengaan met een andere gemeente
- De gemeente opheffen en een huisgemeente starten
1. Taken schrappen
De eerste stap bij het oplossen van een tekort aan ambtsdragers in de Protestantse Kerk is het heroverwegen van de taken. Wat zijn de minimale vereisten volgens de kerkorde en welke aanvullende taken voert de gemeente uit? Misschien kan de gemeente nog wel de verplichte taken uitvoeren, maar heeft ze niet genoeg mensen om de extra taken die de kerk ook uitvoert, te dekken. In dat geval is het schrappen van extra taken en het enkel en alleen nog uitvoeren van de essentiële taken een oplossing.
2. Taken anders organiseren
In plaats van slechts taken te schrappen, kun je ook kijken hoe je de huidige activiteiten en taken kunt herstructureren binnen de kerkenraad, zodat dat lukt met de mensen die er zijn. Denk bijvoorbeeld aan:
- Een kerkenraad die ondersteund wordt door werkgroepen. Iedereen mag in een werkgroep plaatsnemen, en vele handen maken licht werk.
- Organiseer minder activiteiten, maar organiseer ze goed.
- Zet twee mensen op één functie – wederom: vele handen maken licht werk.
- Kort de ambtstermijn in. Misschien wil iemand zich niet meteen vier jaar committeren, maar wel voor twee of drie jaar. Dit is kerkordelijk toegestaan.
- Denk na over je vergadermethode. Jongere mensen stemmen bijvoorbeeld graag af via Whatsapp: korte lijntjes, geen lange vergaderavonden, maar meteen doorpakken. Let op: voor officiële besluiten moet de kerkenraad volgens de kerkorde wel fysiek bij elkaar zijn.
3. Nieuwe mensen werven voor de kerkenraad
De gemeente kan proberen het ambtsdragerstekort van de kerkenraad aan te vullen met nieuwe mensen. Hierbij een aantal tips om je op weg te helpen:
- Visie, visie en nog eens visie. Waarom ben je kerk? Hoe wil je het vormgeven? Als dit helder is, is het vaak makkelijker om mensen hiervoor te vinden.
Heb je hier hulp bij nodig? Kijk dan eens naar de methode Nieuw Kerkelijk Peil. - Geef een heldere omschrijving van de taak en het nut ervan. Vooral voor jonge(re) generaties is dit erg van belang.
- Kijk welke competenties je nodig hebt voor welke rol binnen de kerkenraad, en benader mensen persoonlijk op basis van wat ze kunnen.
- Soms willen niet-ambtsdragers – of zelfs niet-gemeenteleden – helpen met het uitvoeren van praktische zaken.
- Laat iemand stage lopen binnen de kerkenraad, zodat de drempel voor een echte toetreding lager wordt.
- Ook drempelverlagend: koppel een onervaren ambtsdrager aan een ervaren ambtsdrager.
4. Een op maat gemaakte maatregel aanvragen
Zijn er zo weinig mensen te vinden, dat de gemeente niet kan voldoen aan het minimum van 7 kerkenraadsleden? Dan kan de gemeente bij het breed moderamen van de classicale vergadering (BMCV) een op maat gemaakte maatregel aanvragen, zodat er bijvoorbeeld slechts 3 mensen in de kerkenraad hoeven te zitten in plaats van 7. Let wel op: het is belangrijker om te focussen op competenties in plaats van op aantallen.
Neem contact op met de classis
5. Samenwerken met een andere gemeente
Is er een gemeente in de buurt waarmee jouw gemeente wil samenwerken? Dan kun je bijvoorbeeld door één kerkenraad vormen (samenwerking inclusief een maatregel van het BMCV) en ook beide vierplekken behouden.
Volg later: Stappenplannen samenwerken
6. Samengaan met een andere gemeente
Je kunt, in plaats van samenwerken, ook samengaan met een andere gemeente. Dit betekent dat jullie fuseren tot één nieuwe gemeente. Let wel: hierbij is het alsnog nodig om kritisch naar alle taken te kijken die uitgevoerd moeten worden.
7. De gemeente opheffen en een huisgemeente starten
Je kunt een huisgemeente worden, zodat je alleen nog hoeft te vieren en pastoraat hoeft te doen. Maar: voordat je een huisgemeente kunt worden, moet de gemeente worden opgeheven. En dat kan alleen wanneer de gemeente niet meer kan voldoen aan de verplichtingen van de kerkorde én er ook geen mogelijkheden zijn tot samenwerken of samengaan met een andere gemeente.