Tijdens zijn studie bedrijfskunde kreeg hij de roeping om predikant te worden. Christiaan Olie (1974) wil zijn waar de nood is: “Het evangelie is niet alleen voor de eigen kerkelijke club, maar ook voor mensen die er in de samenleving uit liggen.”
- studie bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, daarna theologie aan de Universiteit Utrecht.
- sinds 2019 gemeentepredikant van de Hervormde wijkgemeente Maranatha binnen de Protestantse Gemeente Delft. Daarvoor predikant van de Hervormde Gemeenten Genemuiden en Zuilichem.
- voelt zich ‘hervormd in hart en nieren’, en het meest verwant aan de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk.
Hoe ervaar je je roeping?
“Ik was helemaal niet van plan om predikant te worden. Na de middelbare school ging ik bedrijfskunde studeren in Rotterdam. Het christelijk geloof voelde toen nog op afstand. Ik zat mijn tijd uit in de kerk, tot ik in 1996 plotseling tot levend geloof kwam. De studie boeide me niet meer. Op advies van mijn ouders maakte ik eerst toch de studie af en begon daarna met theologie in Utrecht. Steeds meer had ik het verlangen om in Gods koninkrijk bezig te zijn, en het evangelie te delen met mensen die er onbekend mee zijn.”
Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?
“Dicht bij mijn roeping blijven. In Delft probeer ik steeds oog te hebben voor de nood die er is in de stad. Ik ga iedere maand naar het inloophuis. Daar ontmoet ik bijzondere mensen en word ik verrast door het levende geloof dat ik er vind. Het evangelie van Jezus Christus is niet alleen voor de eigen kerkelijke club, maar ook voor mensen die er in de samenleving uit liggen.”
Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?
“Tijd nemen voor de eigen omgang met God is ongelooflijk belangrijk. De rust bij Christus zoeken, noem ik dat. De tekst uit 1 Timotheüs 4:16: ‘Geeft acht op uzelf’ is een dagelijkse reminder dat je niet alles kunt. Na de coronatijd wilde ik heel hard gaan ‘rennen’. Dan loop je jezelf snel voorbij. Je kunt bewogen en betrokken zijn, maar als je slecht voor jezelf zorgt ga je eraan onderdoor. Dat vraagt God niet van ons.
Mijn gezin houdt me op de juiste momenten een spiegel voor. En sinds anderhalf jaar hebben we een hond. Een aanrader om nieuwe contacten in de wijk op te doen!”
Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?
“De prediking, het pastoraat, bezoekwerk en ontmoeting met mensen. De meeste energie krijg ik van laagdrempelig contact met mensen.”
Welke (na)scholing heb je voor het laatst gevolgd?
“Twee jaar geleden heb ik een cursus contextueel pastoraat gevolgd, en vorig jaar met collega’s een studiereis naar Indonesië gemaakt. Beide gaven me verdieping in het pastoraat. Je ontdekt dat alles wat mensen zeggen en doen grotendeels te maken heeft met afkomst. Dingen die je overkomen in het leven hebben invloed op wat je bent en doet. Het leerde me om goed naar het verhaal van anderen te luisteren, ook al is diegene heel anders dan jezelf. Dan komen er vanzelf aanknopingspunten voor grote levensvragen of een opening om over God te praten.”
Met wie zou je graag een keer aan tafel zitten?
“Met mensen die regelmatig negatief in het nieuws zijn: personen als Ridouan Taghi en Willem Holleeder. Ze worden afgeschilderd als monsters, maar zijn ook vader van, broer van of vriend van. Ik ben nieuwsgierig naar de mens achter degene die verkeerde keuzes heeft gemaakt. Waar putten zij inspiratie uit? De verkondiging van genade, liefde en nieuwe kansen is niet alleen voor zondag in de kerk, maar een boodschap voor de hele wereld.”
Hoe zie je de rol van de kerk in de samenleving, en jouw rol daarin?
“De kerk lijkt steeds minder betekenis te hebben in de samenleving. Daarom is het belangrijk dat we zichtbaar blijven. Niet met een te grote mond spreken, maar dienstbaar zijn aan de mensen om ons heen. Kijk naar de vroege kerk. Die groeide sterk toen ze het opnam voor mensen die eruit lagen of een besmettelijke ziekte hadden. We zijn er als kerk niet voor onszelf, maar geroepen om de liefde van Christus te delen met anderen. Ik zie het ook als mijn taak om bewogen te zijn met de wereld om ons heen. Jezus zelf is daarin een voorbeeld voor me. Hoe hij met innerlijke ontferming en liefde met mensen omging, inspireert me steeds weer.”
Welk boek, welke film of welke podcast raad je collega’s aan?
“Het boek ‘Dialoog, dans en duel’ van Kees van Ekris vind ik een aanrader. Hij beschrijft heel duidelijk hoe je de boodschap van de Bijbel kunt vertalen naar de leefwereld van deze tijd. Daarnaast vind ik ‘Gods smokkelaar’ van Anne van der Bijl prachtig. Dat boek heb ik in één adem uitgelezen. Het is voor mij een bron van bemoediging: als God je roept in zijn dienst, mag je ook concrete hulp van Hem verwachten. Alles is in zijn hand.”
Is er een bijbeltekst die met je meegaat?
“De tekst uit 1 Korintiërs 9, vers 16b: .. want de nood is mij opgelegd. En wee mij, indien ik het Evangelie niet verkondig (Statenvertaling). Vooral het stukje over ‘de nood’ heeft betrekking op mijn eigen roeping. Deze woorden wijzen me steeds de richting die ik moet gaan én laten me zien dat ik het evangelie niet alleen binnen de kerkmuren moet houden.”
Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?
“Dat we trouw blijven aan het evangelie, en oog houden voor de persoonlijke relatie met God én die met andere mensen. De vorm van het kruis symboliseert dat zo mooi: de verticale lijn als de relatie tussen God en mensen, de horizontale lijn die tussen mensen onderling. Die twee kunnen niet zonder elkaar. We zijn geroepen om heilig met God te leven, zijn koninkrijk tegemoet, maar ook om ons te verzetten tegen iedere vorm van onrecht.”
Lees meer in de serie over het ambt: