Er gebeuren mooie dingen in de kerk, maar de kerk heeft geen florissant vooruitzicht, meent Sibilla Verhagen (1974). “De kerk is geen succesverhaal." Maar het is een weldadige plaats en een plek van heling. "Ik zou het heel treurig vinden als ze er niet meer zou zijn."
- predikant in de Protestantse Gemeente Uithoorn (85%), 15% hulpdienst in de Protestantse Gemeente Vijfhuizen, als ‘gezinsdominee’, daarvoor predikant in Alkmaar, daarvoor industrieel ontwerper, afgestudeerd aan de TU Delft
- studie theologie aan de VU in Amsterdam, als zij-instromer
- voelt zich verwant met de midden-orthodoxie
Hoe ervaar je je roeping?
"Het is voor mij een soort drive die ik telkens weer voel. En dat is fijn, het predikantschap is een intensief beroep op een wat vreemde positie. Vaak ben je de enige in de gemeente, terwijl je tegelijkertijd onderdeel bent van de kerkgemeenschap. En ‘geloven’ is ook maar vreemd in deze maatschappij. Ik ervaar mijn roeping daarom ook weleens als volhouden."
Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?
"Voldoende vrije tijd om te ontspannen: werkelijk loskomen van alles. Ik vind mijn werk mooi en bevredigend maar het kan me ook enorm opslokken; ik kom nooit helemaal los van mijn positie. Je hele hebben en houden is ermee verbonden: je verhuist er ook voor naar een andere plaats en neemt je gezin mee."
Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?
"In de natuur zijn, muziek, vrienden opzoeken. Even niet met mijn werk bezig zijn, de kerk is een gulzig instituut. Dat vraagt om de kunst van het nee zeggen, van het ophouden. Dat moet je deels zelf bepalen, de taken staan niet helemaal helder vast, er is een grijs gebied."
Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?
"Ik bereid graag kerkdiensten voor, ik hou van studeren op een bijbeltekst en het uitzoeken van liederen. Daarnaast doe ik graag aan pastoraat en aan Godly Play, een methode om geloofsverhalen te vertellen. Die methode werkt: er komt concentratie en verwondering. Met kinderen doe ik dat eens per maand in de kindernevendienst, met tieners door de week in de club en met volwassenen in het vorming- en toerustingsprogramma."
Welke (na)scholing heb je voor het laatst gevolgd?
"De tweejarige cursus ‘Preken voor gevorderden’, in het kader van de Permanente Educatie. Preken is een groot onderdeel van mijn werk en het is belangrijk voor gemeenteleden, ik wilde daar dus graag iets mee. Ik zat met collega’s in een supervisiegroep waardoor we, heel uniek, bij elkaar in de keuken konden kijken en van elkaar konden leren. Ik ben me bewust geworden van wat ik aan het doen ben, en ik denk dat ik er iets beter van ben gaan preken."
Met welke ‘andersgelovige’ in je omgeving zou je graag om de tafel gaan?
"In mijn eigen omgeving zou ik niet zo snel iemand weten. Maar ik zou weleens met Geert Wilders om de tafel willen. Hij lijkt veel macht te krijgen, en hij zet mensen tegen elkaar op. Ik zou willen weten wat hem bezielt, en of ik bij hem een ingang kan vinden."
Welk boek, welke film of podcast raad je collega’s aan?
"Het indrukwekkende boek Laat me gaan van psychiater Menno Oosterhoff over euthanasie bij psychische aandoeningen, een ingewikkelde en heftige problematiek. En het boek Hoe migratie echt werkt van Hein de Haas. Hij zegt dat je niet voor of tegen migratie kunt zijn. Migratie ís er. Hij haalt de angel uit de polarisatie, hij brengt nuchterheid in het debat."
Is er een bijbeltekst die met je meegaat?
"Vers 1 en 2 uit Psalm 131: ‘Ik zoek niet wat te groot is voor mij en te hoog gegrepen. Nee, ik ben stil geworden, ik heb mijn ziel tot rust gebracht.’ Dat heeft te maken met mijn ambivalentie ten opzichte van succes. Er gebeuren mooie dingen in de kerk, maar de kerk is geen succesverhaal. Daar baal ik soms van. Er is een afnemend aantal kerkgangers, er is te weinig bestuurskracht, het is geen florissant vooruitzicht. We kunnen daar niet zo veel aan doen, maar toch. Het is trouwens de perceptie van de kerk zelf, de buitenwereld kijkt helemaal niet negatief naar de kerk."
Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?
"Heel simpel: dat ze blijft bestaan. Ik zou het heel treurig vinden als ze er niet meer zou zijn. Het is een prachtige plek voor iedereen: je mag meedoen, je hoeft geen examen te doen, je mag komen zoals je bent en je vindt het om de hoek. Een weldadige plaats en een plek van heling die mensen goed doet. Zo’n plek vind je nergens anders."
Lees meer in de serie over de voorgangers in de Protestantse Kerk: