In veel gemeenten is de collecte in coronatijd verplaatst naar de uitgang of helemaal verdwenen uit de eredienst en gereduceerd tot een QR-code op het beamerscherm of het liturgieboekje. Hoe geef je de collecte de aandacht die ze verdient?
Volwaardig onderdeel van de eredienst
Het inzamelen van de diaconale en kerkelijke gavenVerder lezenDe inzameling van de gaven: gehoor geven aan de noodroep van de wereld is een volwaardig onderdeel van de eredienst. In de kerk van de eerste eeuwen werden de meegebrachte gaven in natura samengebracht en vervolgens uitgedeeld aan wie het nodig had. Zo werd ook de maaltijd van de Heer gevierd met door de gemeente meegebrachte gaven.
Precies om die reden zijn de geldelijke gaven en de gaven van brood en wijn altijd met elkaar verbonden. Het zijn als het ware de eerstelingen van het veld, of de tienden: van alles wat wij ontvangen in ons leven geven we een klein deel terug aan God door het met elkaar te delen. Daarom is het woord ‘offer’ hier ook echt op zijn plaats. We geven iets op van onszelf voor een groter geheel.
Op welke plek?
Eigenlijk is het voorspel van het slotlied niet een fraaie plek om de collecte te houden. Het voorspel bereidt voor op het laatste gezamenlijk gezongen lied, dat de overgang markeert van de kerkdienst naar de dienst in de wereld. Dat vraagt een geestelijke concentratie en zou niet moeten worden afgeleid door de collecte. Omgekeerd wekt de collecte onder het slotvoorspel de indruk alsof dat ‘ook nog even moet gebeuren’ en er eerder geen plek voor was. Een collecte is echter geen geldelijke verplichting die aan het eind nog moet worden voldaan. Ze verdient een eigen plek in de dienst van gebeden en gaven.
In de avondmaalsdienstVerder lezenHet sacrament van het Heilig Avondmaal hoort de collecte dus eigenlijk vóór de maaltijdviering thuis, op het moment dat ook de gaven van brood en wijn worden samengebracht (of wanneer de bedekking van brood en wijn op de tafel wordt weggenomen). Als in een dienst de maaltijd niet gevierd wordt, hoeft de plek van de collecte niet te verschuiven. Zij kan goed na het lied (of de muziek) na de preek en vóór de gebeden.
Gebed over de gaven
Het ‘gebed over de gaven’ kennen we vooral van de avondmaalsliturgie (zie Dienstboek I, p. 809-920). God wordt gedankt voor de gaven die worden samengebracht en vervolgens worden gedeeld. Voor het samengebrachte geld is dat niet anders. Daarom is het mooi om na de inzameling van de gaven in een kort dankgebed God te danken voor het bijeengebrachte geld dat binnen de eigen gemeente, in de eigen samenleving of elders in de wereld wordt aangewend om zijn koninkrijk mee te bouwen. De voorganger of juist de diaken kan dat uitspreken. Het kan een korte dankzegging zijn waarin ook altijd het grotere perspectief van het koninkrijk van God een plek krijgt. Dank- en voorbeden volgen daarna.
Collecte met toelichting
Hoe kun je de collecte nog meer een zelfstandige plek geven zodat ze de aandacht krijgt die ze verdient? Onze diaconale taak is immers direct verbonden met de opzet van de eredienst: dienst aan God en dienst aan de mensen horen bij elkaar. We geven het geld voor God en de naaste, om het met oude woorden te zeggen (deo et proximo).
De diaken zou een (korte – uitgebreidere informatie kan op scherm of in de zondagsbrief verschijnen) toelichting kunnen geven op het doel van de collecte. Het liefst wel een beetje concreet. ‘De eerste collecte is voor de diaconie en de tweede voor de kerkrentmeesters’ is te algemeen en motiveert mensen niet om hun gaven te delen met de ander. De collectezakken kunnen in een schaal worden verzameld en op de avondmaalstafel worden gezet.
Combineren met muziek
Een andere mogelijkheid is om het te combineren met muziek. In het buitenland spreekt men soms van een ‘muzikaal offer’. Want ook de musici ‘offeren’ hun talenten voor God en de naaste. Muziek is dan niet opvulling van stilte in de dienst of vermaak van de gemeente, maar gaat samen op met de collecte, zelfstandig en parallel eraan. Het mag gerust ruimte hebben, ook als de collectanten eerder klaar zijn met collecteren. Er ontstaat een rustmoment in de dienst als de musici gewoon kunnen uitspelen. De organist hoeft niet stante pede op ‘het lampje’ te reageren. Omgekeerd is ook waar: is de muziek eerder klaar, collecteer dan gerust in stilte even door. Niet alles hoeft opgevuld te worden. In beide gevallen is de gemeente dan in de juiste gemoedstoestand voor de gebeden die volgen.
Digitaal collecteren
Samgevat krijg je dan de volgende volgorde na de dienst van het Woord: (korte) toelichting bij de gaven; inzameling van de gaven met muzikaal offer; samenbrengen van de gaven op de avondmaalstafel; gebed over de gaven.
Maar wat doe je nu als er alleen nog digitaal wordt gecollecteerdVerder lezenDe kerkapp: vier voordelen, vier overwegingen en vier tips? In sommige kerken zit er een sensor in de collectezak die verbinding kan maken met de smartphone. Dan wordt er digitaal maar alsnog op een fysieke manier gecollecteerd. Collecteert men alleen via een QR-code, dan kan alsnog bovenstaande volgorde gehanteerd worden: toelichting – muzikaal moment – gebed over de (digitaal ingezamelde of nog in te zamelen) gaven. Alleen het fysiek samenbrengen vervalt dan.
Soms is de collecte een ondergeschoven kindje geworden in de liturgie. Dat is jammer, want ze biedt kansen. Het maakt het werkveld van de diakenen en kerkrentmeesters zichtbaar in de eredienst. Daarmee wordt bovendien hun inzet voor gemeente en samenleving meer recht gedaan.
Uit de praktijk
Guus Luchtenberg, diaken van de Protestantse Gemeente Enschede:
“Er is in onze gemeente een grote participatie van gemeenteleden. Een ouderling doet de opening, en draagt de dienst vervolgens over aan de predikant. Een lector verzorgt de lezingen. De diaken, in het hart van de dienst, doet de collecteaankondiging en de gebeden die direct op de preek aansluiten. De preek bemoedigt en inspireert, daaruit halen we de diaconale opdracht die de kern is van de dienst. Om kinderen meer te laten participeren in de dienst, spreekt tegenwoordig een kind van de kindernevendienst het gebed over de gaven uit, namens de diaconie. Dat gebed, kort en eenvoudig, wordt door de leiding van de kindernevendienst geschreven. Met het kind wordt kort besproken waar de collecte over gaat. De diakenen hebben de taak om vervolgens het gebed over de gaven in het diaconale gebed dat daarop volgt concreet te maken. Dat slaat een brug naar de voorbeden door de predikant. Kind, diaken en predikant staan met z’n drieën op het liturgisch centrum.”
Leneke Marchand, predikant van de Oude Kerk in Voorburg:
“We zochten in onze gemeente naar een manier om het moment van de collecte meer te markeren. Je deelt daarmee in de dienst van de barmhartigheid van God, waar Hij ons in betrekt. Daar is een bepaalde vorm voor nodig. We hebben het gebruik van het zingen van een collectelied en het opheffen van een schaal of mand met de ingezamelde gaven ingevoerd. Als de collecteopbrengst ingezameld is, komen de diakenen en de collectanten gezamenlijk naar voren, het orgel speelt, de gemeente zingt Lied 364:1, ‘Wij heffen onze handen’, en de mand met de gaven wordt voor in de kerk opgeheven. De mand is een geschenk van een koor uit Oeganda dat bij ons op bezoek was. De collectemanden die de koorleden bij zich hadden, hebben we in de dienst waar zij zongen gebruikt. Zij droegen die toen dansend naar voren, dat zegt iets over de vreugde van het mogen geven. Het ritueel is eenvoudig in te voegen in de liturgie, en bij ons helemaal ingeburgerd.”
Lees meer in de serie 'De eredienst - kan en mag het anders?':