Hoe geeft het geloof vorm aan het leven? Rabbijn Hans Groenewoudt en predikant Winanda de Vroe spreken over het doorgeven van het geloof aan een nieuwe generatie. Een gesprek over opvoeden, tradities en tieners die liever voetballen dan bidden.
Naar de kerk? Als de kinderen klein zijn, gaan ze nog wel mee. Maar zodra de middelbare school begint, verandert er iets. Predikant Winanda de Vroe uit het Brabantse Oisterwijk ziet het bij haar eigen kinderen: “Op zondagochtend is er vaak iets anders: voetbal, huiswerk, of gewoon geen zin.” Ze constateert dat veel gezinnen moeite hebben om hun religieuze tradities door te geven. Haar eigen drie kinderen gingen nog niet eens zo lang geleden altijd mee, vertelt De Vroe. “Heerlijk was dat. Iedereen kende hen, ze hoorden er echt bij.” Maar nu ze 15, 17 en 19 jaar zijn, hebben ze op zondag vaak wel wat anders aan hun hoofd. “Denk aan iets simpels als sporten. Dat gebeurt in Brabant op zondag. Je kinderen willen meedoen met de rest.” De druk van de samenleving schuurt vaak met de traditie. De Vroe ziet het dilemma. “Doe je niks, dan is het geloof binnen twee generaties verloren.”
Gevaarlijk
Ze bespreekt de kwestie met rabbijn Hans Groenewoudt, verbonden aan de orthodox-joodse gemeente in Amstelveen. “Is deze worsteling herkenbaar voor jullie?” Groenewoudt knikt instemmend. “Zeer herkenbaar. Wij zijn een kleine, gelovige minderheid in een overwegend seculiere omgeving. De buitenwereld dringt ook onze gezinnen binnen.”
Groenewoudt kiest een andere route dan De Vroe, zo blijkt al snel. Ouders kunnen het lastig vinden om vast te houden aan tradities, zeker als kinderen liever andere keuzes maken. Toch zijn er voor Groenewoudt duidelijke grenzen. “Je moet heel helder zijn”, stelt hij. “Als kinderen liever gaan voetballen dan naar de synagoge, dan is er een probleem. Je moet als ouder je poot stijf houden.” Dus voetballen op zaterdag tijdens de sabbat? Groenewoudt: “Nee, dat komt niet im Frage. Natuurlijk moet je uitleggen waarom je bepaalde keuzes maakt, maar het begint met duidelijkheid.” Een relativerende houding vindt hij ronduit gevaarlijk, blijkt uit zijn betoog. Als je toegeeft aan alles wat de buitenwereld vraagt, meent hij, verlies je binnen de kortste keren je religieuze identiteit.
Het goede voorbeeld
Toch is het volgens de rabbijn niet genoeg om alleen maar regels te handhaven. “Een opgeheven vingertje werkt niet”, zegt Groenewoudt die ook lesgeeft op een joodse school voor basis- en voortgezet onderwijs in Amsterdam. “Als je iets verbiedt, moet je ook uitleggen waarom. Kinderen zijn slim. Ze voelen haarfijn aan of iets vanuit overtuiging komt of niet. Ze willen begrijpen wat er van hen verwacht wordt.” Het goede voorbeeld is wat hem betreft cruciaal. “Een kind let ontzettend op wat zijn ouders belangrijk vinden. Je kunt niet van kinderen verwachten dat ze enthousiast zijn over religieuze tradities als jij dat zelf niet bent. Of als jij en je partner er verschillend in staan. De kans is dan groot dat ze hun belangstelling verliezen.”
De Vroe verdiept zich al jaren in de joodse wortels van het christendom. Ze is onder de indruk van hoe vanzelfsprekend rituelen in het joodse leven zijn geïntegreerd. “Dat helpt zeker bij het doorgeven van de traditie”, zegt ze. Ze geeft een voorbeeld. “De sabbat wordt niet alleen in de synagoge gevierd, maar ook thuis – met een feestelijk gedekte tafel, kaarsen en gebeden. Als ik uitgenodigd word bij mijn joodse vrienden, dan ontroert me dat altijd weer.”
Vasthouden aan tradities
Groenewoudt glimlacht. “Die rustdag is heilig voor ons. Dan gebruiken we geen telefoons, geen auto, en we vermijden werk. De kinderen groeien ermee op, het zit in het ritme van de week. Ze weten: dit is wie wij zijn.”
De Vroe: “Bij protestanten is het geloof vaak gekoppeld aan de kerkgang, zie ik om mij heen.” Dat is behoorlijk mager, stelt ze vast. Thuis mist dan de rituele bedding die het geloof iets van het gewone leven maakt. “Veel gezinnen lezen niet meer samen uit de Bijbel, we bidden lang niet meer altijd samen aan tafel. Daardoor verdwijnt het geloof uit de dagelijkse routine. Ik zie dat binnen de protestantse traditie het alleen de orthodoxie eigenlijk goed lukt om dat geloof zo door te geven dat de kinderen ook weer in de traditie verdergaan.” Groenewoudt knikt. Vast blijven houden aan langlopende tradities is belangrijk om het geloof door te geven, stelt hij. “Ga daarover in gesprek met je kinderen. Leg uit waarom je als ouders bepaalde keuzes maakt.”
Afhaken
De druk van de buitenwereld mag dan sterk zijn, volgens Groenewoudt heeft het leven in een kleine geloofsgemeenschap ook voordelen. “We zijn misschien klein, maar we horen zó sterk bij elkaar. Gezin, school en synagoge vormen samen een beschermende kring. Dat geeft kinderen houvast en herkenning. Zo proberen we een veilige joodse omgeving te creëren. De gemeenschap is altijd nabij.”
Toch is ook in de orthodox-joodse gemeenschap het afhaken voelbaar. “In mijn synagoge zie ik niet veel vaders met kinderen of kleinkinderen.” Hij legt uit hoe dat komt: “Veel jongeren trekken weg, soms omdat ze niet meer naar de synagoge gaan, soms juist omdat ze ergens anders wel in alle vrijheid joods willen leven. Israël, Engeland of Amerika bijvoorbeeld, waar het makkelijker is om op onze manier joods te zijn.” De Vroe: “Er zijn in de orthodox-joodse gemeente dus ook kinderen die afhaken?” Groenewoudt knikt: “Ook bij ons struggelen gezinnen daarmee. Het gevecht met de buitenwereld is niet altijd even makkelijk.”
Behoefte aan gemeenschap
De Vroe laat het hoofd niet hangen. Ze ziet ook nieuwe aanwas. “Als mensen kinderen krijgen, gaan ze op zoek. Dan vragen ze zich af: wat wil ik meegeven? Geloof is dan ineens weer in beeld.” Jonge ouders weten de weg naar haar kerk dan ook best te vinden, merkt ze op. “Als er kinderen komen, beginnen veel mensen met een schone lei.” Ook om sociale redenen komt de kerk dan in beeld. “Jonge ouders zoeken verbinding met elkaar.” In haar gemeente loopt ‘kerk op schoot’, een viering voor baby’s en peuters, opvallend goed. Er is behoefte aan gemeenschap, constateert ze. “Een paar jaar geleden interviewde ik een aantal ouders met jonge kinderen. Ik wilde weten wat hen in de kerk bracht. In die gesprekken ging het vaak over gemeenschapsgevoel, gedeelde waarden en het ontmoeten van andere ouders.”
Deze behoefte aan gemeenschapszin blijkt belangrijk te zijn voor de betrokkenheid van gezinnen, deelnemen aan activiteiten in de kerk is vervolgens weer een manier om de verbinding te behouden. “De een komt elke zondag, de ander heeft minder belangstelling. Maar we proberen ze allemaal positief te benaderen, ongeacht hun frequentie van aanwezigheid.”
Toch erkent ze dat het lastig wordt zodra kinderen groter worden. “Tieners zijn kritisch. Ze willen niet iets doen omdat het ‘moet’.” Hoe zit het eigenlijk met de puber die na vele weken afwezigheid zijn gezicht toch nog laat zien in de kerk van De Vroe? “Die is hartelijk welkom. We hebben nog nooit iemand weggestuurd, dat zullen we ook niet gauw doen, dan moet iemand het wel heel bont maken.”
Meer over geloofsopvoeding in de kerk
Eén van de opdrachten van de gemeente is het opvoeden van de volgende generaties in het geloof. Maar hoe doe je dat? In de serie 'Geloofsopvoeding in de kerk' wordt dat per 'kindermoment' toegelicht.
Foto: Nienke van Denderen Fotografie