Per 1 januari 2025 wordt de huidige regeling voor quotum en Solidariteitskas aangepast. Hiermee worden de lasten eerlijker verdeeld over alle gemeenten. De kleine synode heeft het nieuwe percentage voor het quotum en het promillage voor de Solidariteitskas vastgesteld.
Plaatselijke gemeenten en diaconieën betalen jaarlijks een (verplichte) financiële bijdrage aan het bovenplaatselijke werk van de Protestantse Kerk, de zogenaamde quotisatieregeling. Hieruit wordt het landelijke werk van de kerk betaald, waaronder het classicale en synodewerk, gemeenteopbouw, de begeleiding, scholing en nascholing van predikanten en kerkelijk werkers, het jeugdwerk, oecumene, en de ondersteunende activiteiten die het kerkenwerk mogelijk maken, zoals juridische zaken, financiën en ondersteuning van gemeenten door het mobiliteitsbureau. Daarnaast is er de jaarlijkse afdracht aan de Solidariteitskas. Hiermee ondersteunen en helpen gemeenten elkaar. Een gemeente die financiële steun nodig heeft om een vernieuwend plan uit te voeren kan subsidie aanvragen uit de Solidariteitskas. Daarnaast worden specifieke vormen van pastoraat zoals het studentenpastoraat en het dovenpastoraat financieel ondersteund.
Sterkste schouders de zwaarste lasten
Per 1 januari 2025 worden de huidige regelingen voor quotum en Solidariteitskas aangepast. De reden hiervoor dat in de huidige regeling - die dateert uit 2003 - de lasten niet evenredig over de gemeenten verdeeld zijn. Sinds 2004 is het heffingspercentage niet naar boven bijgesteld, vanaf 2008 zelfs verlaagd en daarna steeds op hetzelfde niveau gebleven. In het mozaïek van kerkplekken dat de Protestantse Kerk nu is, worden kwetsbare gemeenten en nieuwe vormen van kerk-zijn relatief het zwaarst belast. Op 15 maart jl. heeft de kleine synode daarom ingestemd met een nieuwe heffingsgrondslag voor quotum en Solidariteitskas. Hiermee worden de lasten naar draagkracht van gemeenten, dus eerlijker, verdeeld. De sterkste schouders dragen dan de zwaarste lasten.
Wat verandert er in de nieuwe quotisatieregeling?
De jaarlijkse verplichte financiële bijdrage die gemeenten en diaconieën betalen aan het bovenplaatselijke werk van de Protestantse Kerk is nu gebaseerd op een vastgesteld percentage van de opbrengsten uit ‘levend geld’, onroerend goed (exclusief inkomsten uit kerkelijke gebouwen) en overig bezit, de zogenaamde quotisatieregeling. Het diaconaal quotum is daarnaast ook gebaseerd op het aantal belijdende leden. In de nieuwe regeling betalen alle gemeenten en diaconieën een percentage over de totale baten. Doorzendcollectes, ongerealiseerde koersverschillen op effecten en herwaardering van materiële vaste activa zijn hiervan uitgezonderd. Omdat het om een andere verdeling gaat, is het percentage vanaf 1 januari 2025 lager dan de huidige 4,35 procent die gemeenten en de huidige 5,7 procent die diaconieën afdragen. Op 28 juni jl. stelde de kleine synode het nieuwe heffingspercentage voor gemeenten en diaconieën vast op 3,5 procent. In het diaconaal quotum komt de bijdrage per belijdend lid te vervallen. Uit analyse blijkt dat twee derde van de gemeenten minder gaat betalen. Dat zijn de gemeenten met veel baten uit levend geld en weinig overige baten, en gemeenten met veel belijdende leden en relatief weinig vermogen.
Ondersteuning in het land door de dienstenorganisatie
Uit onderzoeken en analyses blijkt dat veel gemeenten het lastig vinden om toekomstgerichte keuzes te maken. Kerkenraden, colleges en werkers in de kerk hebben een sterke behoefte aan ondersteuning. Classes ervaren dat gemeenten een groter appel op hen doen. Ze hebben daar ook meer steun bij nodig. En op landelijk niveau schuurt de complexiteit van structuren en regelgeving met de wendbaarheid die nodig is om kerk-zijn in deze tijd vorm te geven. Het is een grote uitdaging om juist voor de toekomstige generaties een vindplaats van geloof, hoop en liefde te zijn.
De dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk blijft gemeenten de toekomstbestendige en toekomstgerichte ondersteuning bieden die in deze tijd zo hard nodig is. Nieuw te vormen classisteams brengen de dienstverlening nog dichter bij de lokale gemeenten. De formatieruimte die daarvoor nodig is, neemt de dienstenorganisatie voor haar eigen rekening. Daarmee groeit de omvang van de formatie van de dienstenorganisatie niet. “Werken voor de lokale gemeenten, de kern van ons kerk-zijn, is de basis van onze dienstverlening”, zegt directeur Jurjen de Groot. “Met deze keuze voor classisteams kunnen we gemeenten die moeite hebben om staande te blijven, intensief blijven ondersteunen. Daarnaast kunnen we kerkplekken blijven helpen om kerk te zijn te midden van 18 miljoen Nederlanders, maar ook met hen meedenken over de richting die ze in de toekomst willen inslaan.”
Wat verandert er in de regeling rond de Solidariteitskas?
Tot nu toe betalen gemeenten jaarlijks een vast bedrag van € 5,00 per belijdend lid als bijdrage aan de Solidariteitskas. Hoewel de synode al in april 2009 - tijdens de bespreking van het rapport ‘De hand aan de ploeg’ - besloot dat deze bijdrage verhoogd zou worden naar € 7,50 per belijdend lid, is deze verhoging nog altijd niet doorgevoerd. De dienstenorganisatie heeft in de afgelopen jaren haar eigen reserves aangesproken om bijdragen vanuit de Solidariteitskas te verstrekken. Nu deze reserves uitgeput raken, is het nodig om de lasten en baten beter in balans te brengen en het synodebesluit uit 2009 alsnog uit te voeren.
Omdat het aantal belijdende leden van de Protestantse Kerk al jaren krimpt en daardoor de behoefte aan onderlinge solidariteit en ondersteuning van gemeenten toeneemt, is besloten om de bijdrage niet per lid te berekenen maar gemeenten en diaconieën een bijdrage te vragen op basis van een promillage van hun totale eigen vermogen. Op 28 juni jl. stelde de kleine synode het heffingspromillage voor de bijdrage aan de Solidariteitskas vast op 1,5 promille per 1 januari 2025. De nieuwe regeling ondersteunt de solidariteitsgedachte tussen gemeenten binnen de Protestantse Kerk veel beter. Door het vermogen als basis te nemen, dragen vermogende gemeenten meer bij dan gemeenten met weinig of geen vermogen.
In de nieuwe situatie gaan ook diaconieën aan de Solidariteitskas bijdragen. Deze is voor een belangrijk deel bestemd voor de bijdrage aan de landelijke kerk (feitelijk dus behorend onder het quotum) en voor een deel bestemd voor solidariteit naar andere diaconieën. Vanaf 1 januari 2025 kunnen diaconieën ook een beroep doen op een subsidie uit de Solidariteitskas. De criteria en voorwaarden daarvoor worden in de komende maanden vastgesteld en gepubliceerd op protestantsekerk.nl/solidariteitskas.
Overgangsregeling
De meeste gemeenten zullen straks minder gaan betalen. Gemeenten en diaconieën die als gevolg van de nieuwe regeling minimaal € 10.000 extra gaan betalen, vallen in een overgangsregeling. Landelijk zullen dat ongeveer 40 gemeenten of diaconieën zijn. Welke dat zijn, wordt eenmalig bepaald door op basis van de jaarrekening 2023 de huidige regeling te vergelijken met de nieuwe regeling. Deze gemeenten en diaconieën zullen aan het einde van 2024 apart worden benaderd. Lees meer over de overgangsregeling op protestantsekerk.nl/quotum.
Teruggave solidariteitsbijdrage vanwege directe solidariteit
Er is een mogelijkheid om het bedrag van de heffing voor de Solidariteitskas terug te vragen. Dat geldt zowel voor het kerkrentmeesterlijk als het diaconaal deel van de bijdrage. Terugvragen kan als uw gemeente aantoonbaar solidair is met andere gemeenten en/of diaconieën. Hiervoor is een richtlijn opgesteld door de kleine synode. Aan de hand hiervan zal de commissie steunverlening de aanvraag voor terugbetaling beoordelen. De aanvraagprocedure wordt nog nader uitgewerkt. Meer over de vereisten leest u op protestantsekerk.nl/solidariteitskas.
Samengevat: wat verandert er niet en wat wel?
Qua administratie en verantwoording verandert er voor lokale gemeenten niets. Ook de verzending van aanslagen en facturen blijft gaan zoals u dat gewend was. De verandering zit in een andere berekening van het quotum en de bijdrage aan de Solidariteitskas. De belangrijkste wijzigingen op een rij:
- In de nieuwe regeling betalen alle gemeenten en diaconieën een percentage over de totale baten.
- Omdat het om een andere verdeling gaat, verandert het heffingspercentage. Voor gemeenten gaat het percentage van 4,35 procent naar 3,5 procent. Voor diaconieën van 5,7 naar 3,5 procent.
- De grootste wijziging is de belasting van incidentele baten zoals een erfenis of een boekwinst bij de verkoop van een gebouw. Hierbij wordt gekeken naar de opbrengst van 2 jaar geleden. Als bijvoorbeeld in 2023 een van de kerkelijke gebouwen is verkocht, dan betaalt u daar in 2025 een eenmalige heffing over.
- Voor gemeenten die structureel € 10.000 of meer gaan betalen komt een overgangsregeling.
- Twee derde van de gemeenten gaat minder betalen. Dit gaat om gemeenten met veel baten uit levend geld en weinig overige baten, en gemeenten met veel belijdende leden en relatief weinig vermogen.
- Gemeenten met veel baten uit onroerend goed (en dan met name kerkelijke gebouwen) en veel subsidies en bijdragen werden daar tot nu toe niet of beperkt over belast, in de nieuwe situatie gebeurt dat wel.
- Diaconieën krijgen in de nieuwe situatie twee aanslagen: een factuur voor de quotumafdracht en een factuur voor de solidariteitsbijdrage. De eerste zal bijna altijd lager uitvallen omdat het percentage van 5,7 procent naar 3,5 procent gaat en de bijdrage per belijdend lid voor deze bijdrage vervalt. De diaconale bijdrage aan de Solidariteitskas is nieuw. Deze is voor een belangrijk deel bestemd voor de bijdrage aan de landelijke kerk (feitelijk dus behorend onder het quotum) en voor een deel bestemd voor solidariteit naar andere diaconieën.
- Als een gemeente of diaconie aantoonbaar solidair is met een andere gemeente of diaconie, kan zij het bedrag van de heffing Solidariteitskas terugvragen.
Wanneer krijgt u te maken met de nieuwe regelingen?
Het opstellen van uw begroting voor 2025 is het eerste moment waarop u gaat werken met de nieuwe regelingen. In tegenstelling tot de oude regeling zijn de te verwachten quotumafdracht en de bijdrage voor de Solidariteitskas in de nieuwe regeling gemakkelijk te berekenen, omdat het om de totale baten en/of het totale eigen vermogen van uw gemeente en diaconie gaat.
Voor meer vragen en informatie over de nieuwe quotumregeling, bel (030) 880 18 80 (tijdens werkdagen) of kijk op protestantsekerk.nl/quotum. Raadpleeg protestantsekerk.nl/solidariteitskas voor de wijzigingen in de solidariteitsbijdrage.
Het bovenstaande artikel is voor het eerst gepubliceerd op 8 juli 2024.
Update 6 september 2024: de officiële publicatie 'Quotumregeling en Solidariteitskas per 1 januari 2025' staat sinds vandaag online. Colleges van kerkrentmeesters en diakenen hebben het document en de informatie over de mogelijkheid om bezwaar te maken per mail ontvangen.
Direct naar de webpagina's over quotum en Solidariteitskas: