Armoede lijkt de laatste tijd een groter thema in Nederland, ook voor kerken. Jonna van den Berge-Bakker, armoedespecialist bij de Protestantse Kerk/Kerk in Actie, vindt dat kerken proactief met armoede in hun omgeving aan de slag moeten. Maar hoe kom je armoede op het spoor? Dat is een vraag die veel kerken hebben.
Allereerst: waar hebben we het precies over als we het over armoede hebben? Volgens Jonna van den Berge wordt daar verschillend naar gekeken, bijvoorbeeld door het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Sociaal Cultureel Planbureau: “Het CBS hanteert de bijstandsgrens. Zit je daaronder, dan leef je in armoede. Het SCP kijkt hoeveel je kunt uitgeven en of dat toereikend is voor een basis-levensstandaard. Zelf zou ik willen zeggen: je leeft in armoede als je door te weinig geld niet mee kunt doen in de samenleving. Als je bijvoorbeeld geen taart kunt kopen als je jarig bent, als je niet naar een feestje kunt omdat je geen cadeautje mee kunt nemen, als je geen buskaartje kunt betalen. In die zin is armoede relatief: de een kan goed rondkomen van een bijstandsuitkering, de ander niet.”
Een citaat uit een recent CBS-onderzoek zegt: ‘Huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens hebben vaker betalingsachterstanden (12 tegen 2 procent in 2022) en kunnen zich bepaalde uitgaven veelal niet veroorloven. Zo gaf 12 procent aan onvoldoende geld te hebben voor om de dag een warme maaltijd met vlees, vis of kip, 54 procent had niet genoeg geld om regelmatig nieuwe kleren te kopen. Van elke 10 lage inkomens zeggen er bijna 4 (zeer) moeilijk te kunnen rondkomen.’
Twee tips
Armoede is overal, weet Van den Berge, en ze zou dolgraag eens onderzoeken of een kerkelijke gemeente een beschermend mechanisme tegen armoede vormt. Met andere woorden: of een gemeente ervoor zorgt dat mensen die daar deel van uitmaken minder snel in armoede terechtkomen omdat men in de kerk voor elkaar zorgt. Maar dan moet je natuurlijk wel op de hoogte zijn van elkaars situatie.
De diaconieVerder lezenWat zijn de taken van een diaken? is er om mensen die om wat voor reden dan ook in de knel komen bij te staan, maar het gebeurt niet vaak dat mensen zelf bij een diaken aankloppen. Van den Berge heeft twee tips voor diaconieën om mensen in armoede op het spoor te komen:
1. Maak jezelf bekend, zowel binnen als buiten de kerk
Wijs gemeenteleden erop dat de diaconie er is om mensen die moeilijk kunnen rondkomen te steunen. Uitleggen waar de diaconie voor staat, blijkt regelmatig nodigVerder lezenDiaconaat: taak van diakenen of van de hele gemeente?. Gemeenteleden kunnen samen met iemand die steun nodig heeft, bij de diaconie aankloppen. Zorg daarnaast dat je als diaconie bekend bent bij onder meer het welzijnswerk, wijkteam, huisartsen, scholen en sportverenigingen. Vraag wat zij tegenkomen aan nood, bespreek wat de diaconie kan betekenen in zulke gevallen en zorg dat ze naar jullie kunnen doorverwijzen.
2. Weet wie risico lopen op armoede
Van bepaalde groepen in de samenleving is bekend dat het risico op armoede groter is. Het gaat om asielzoekers en statushouders, alleenstaande ouders met kinderen, mensen zonder betaald werk, gezinnen met één inkomen, mensen met een chronische (psychische) ziekte of beperking, en ouderen. Ook ingrijpende levensgebeurtenissen kunnen ervoor zorgen dat iemands financiële situatie verandert. Denk aan op jezelf gaan wonen, een kind krijgen, uit elkaar gaan, het overlijden van een echtgenoot of ziek worden. SchuldHulpMaatje heeft voor kerkelijke gemeenten een toolkit ontwikkelt die het makkelijker maakt om met mensen die hiermee te maken hebben, in gesprek te gaan (redjehetwel.nl).
Gelijkwaardiger
En als je als diaconie dan contact hebt met iemand die het niet redt, laat zo iemand dan in zijn of haar waarde, benadrukt Jonna van den Berge: “Oordeel niet. Mensen die in armoede leven, maken in de ogen van anderen soms onverstandige keuzes. Realiseer je dat deze keuzes zomaar ingegeven kunnen zijn door redenen die je als niet-arme niet beseft. Tegelijk is het ook zo dat mensen in de overleefstand staan. Dat maakt het ingewikkeld om goede langetermijnbeslissingen te maken. Ook belangrijk: vraag wat iemand nodig heeft, hoe je kunt helpen. Ga het niet zelf invullen, zo van: deze persoon is arm, hij zal wel boodschappen nodig hebben. Maar de vraag wat ze nodig hebben wordt hunzelf nauwelijks gesteld. Natuurlijk kun je als diaconie kijken of voor iemand de juiste instanties zijn ingeschakeld, maar in mijn eigen ervaring als diaken heb ik het bijvoorbeeld een keer meegemaakt dat een mevrouw graag een koelkast met een vriesvak wilde, zodat ze aanbiedingen kon kopen en die langer kon bewaren. Als je zo te werk gaat, houden mensen de regie. Het contact is dan gelijkwaardiger en minder stigmatiserend, al blijft het misschien wat ongemakkelijk.”
En laat je niet ontmoedigen: een laatste tip van Van den Berge. “We lossen het armoedeprobleem niet op. Maar ‘wie één mens redt, redt de hele wereld.’ Als je voor een paar mensen het verschil kunt maken, is dat al heel mooi.”
Stappenplan – Betrokken bij mensen in armoede
Illustratie: TinekeWerkt.nl