In het christendom zijn in de loop der tijd verschillende geloofsbelijdenissen geïntroduceerd. De Protestantse Kerk erkent en belijdt er enkele van. Hoe kwamen ze tot stand, en worden ze eigenlijk nog gebruikt? Deze keer: de Catechismus van Genève.
Hoe is deze geloofsbelijdenis tot stand gekomen?
Deze geloofsbelijdenis is geboren als catechisatieboekje. Calvijn was ervan overtuigd dat ‘de kerk van God zich nooit kan handhaven zonder catechismus, want onderwijs is als het zaad dat ervoor zorgt dat het goede zaaisel niet uitsterft, maar zich van geslacht tot geslacht voortplant’. Daarom riep hij op: ‘Zorg ervoor dat de kinderen onderwezen worden met een goede catechismus, die hun kort en begrijpelijk voor kinderen laat zien wat het ware christendom is.’ Vanuit die overtuiging schreef hij zelf in 1537 een catechisatieboekje waar hij al snel niet meer zo tevreden mee was omdat hij vond dat de methode die hij gekozen had niet bij kinderen paste. Daarom schreef hij volgens de vraag- en antwoordmethode een nieuwe catechismus die in 1542 verscheen, een ‘formulier om de kinderen te onderrichten in het christelijk geloof, opgesteld op de wijze van een dialoog, waarbij de catecheet de vragen stelt en de leerling antwoord geeft’.
Catechetisch onderwijs was bedoeld om kinderen naar het avondmaal te leiden. Daartoe moeten ze weten wat dat sacrament inhoudt. Calvijn kon instemmen met het idee van de bewuste geloofskeuze als sluis tussen de doop en het avondmaal: de geloofsbelijdenis. Die kon je volgens Calvijn het beste als tiener afleggen, als je daarvoor maar goed catechisatie had gehad. Hij regelde catechismusonderricht op zondagmiddag, bestemd voor kinderen en bedienden. Ouders en onderwijzers werden verplicht te zorgen dat de kinderen er dan ook waren. Vier keer per jaar was er voorafgaand aan de avondmaalsdienst een openbare overhoring waarbij de kinderen de onderdelen van de catechismus uit het hoofd moesten opzeggen of moesten samenvatten. Dit was hun geloofsbelijdenis en gaf hen toegang tot het avondmaal.
De Latijnse versie uit 1545 van dat catechisatieboekje uit 1542 werd gebruikt als belijdenisgeschrift van de kerk van Genève.
Wat is de essentie van deze geloofsbelijdenis?
De geloofsbelijdenis bestaat uit vier onderdelen:
- ‘Over het geloof’ (vraag 1–130 met inleiding, uitleg van de geloofsbelijdenis en de thema’s geloof, rechtvaardiging, goede werken en boetedoening);
- ‘Over de wet’ (vraag 131–232 met de uitleg van de tien geboden en de thema’s naastenliefde en gebruik van de wet);
- ‘Over het gebed’ (vraag 233–295 met de uitleg van het Onzevader);
- ‘Over de sacramenten’ (vraag 296–373 met uitweidingen over het leerambt van predikant, over de sacramenten en de kerkelijke tucht).
Calvijn schreef er een handleiding bij als hulp voor predikanten. Als kern van deze belijdenis omschreef hij dat God kennen en eren het hoofddoel van ons leven is. De Catechismus van Genève geeft antwoord op de vraag waarom wij hier op aarde zijn en hoe wij ons leven op aarde zo goed mogelijk kunnen besteden. We leven niet voor onszelf, we zijn hier voor God en de naaste en wie dat voor ogen houdt, wordt gelukkig.
Dat Calvijn daarbij oproept tot actie blijkt uit zijn uitleg van het zesde gebod ‘Gij zult niet doden’. Die opdracht is niet zozeer bedoeld om iets vooral niet te doen maar vooral om iets wel te doen, namelijk, ‘alle mensen liefhebben met heel ons hart en zorgvuldig erop letten dat wij hen beschermen en behoeden’. Hier klinkt ook in door hoe Calvijn rechtvaardiging en heiliging met elkaar verbindt. Genade is rustgevend maar zet ons ook aan het werk.
Hoe klinkt deze geloofsbelijdenis door in het huidige kerk-zijn?
Deze geloofsbelijdenis speelt in het huidige kerk-zijn als geschrift geen rol, maar de inhoud is wel degelijk herkenbaar in de catechese en de liturgie. Nog steeds delen we Calvijns overtuiging dat kennis nodig is om God te dienen, maar ook dat kennis nodig is om te weten wat het avondmaal betekent. Catechese is ook vandaag nog een van de kerntaken van de kerk. Maar we zien de boodschap van deze geloofsbelijdenis van Calvijn ook in het zingen dat bedoeld is om God te eren. De Heer spreekt, de gemeente antwoordt met gezang. Ook in de preek is de inhoud van Calvijns catechismus merkbaar omdat de preek – als het goed is – de verbinding kent van rechtvaardiging en heiliging, de verbinding van genade en goede werken, van een leven in dankbaarheid voor onverdiende genade en toewijding aan Vader, Zoon en heilige Geest.
Wat je ook nog moet weten over deze geloofsbelijdenis
Deze catechismus werd destijds vertaald in onder meer Grieks, Hebreeuws, Duits, Italiaans, Nederlands en Spaans, en vond zo wijde verspreiding. De Latijnse vertaling van 1545 heeft vooral naam gemaakt als belijdenisgeschrift. Met die Latijnse versie wilde Calvijn bereiken dat de leer die men in Genève voorstond overal bekend werd. Hij hoopte dat het verbindend zou werken onder de grote variatie gereformeerden. In Zwitserland waren de predikanten tot in de 18e eeuw verplicht deze catechismus te ondertekenen. Daarbuiten waren er andere belijdenisgeschriften die voor meer eenheid zorgden. Deze catechismus werd dus als belijdenis niet zo’n succes. Als catechisatieboekje trouwens ook niet; het was te uitgebreid, te moeilijk en te weinig persoonlijk.
Lees ook meer over de Augsburgse Confessie: