Joodse gesprekspartners van de Protestantse Kerk reageren op de zin 'de joden met hun ster' in het lied 'Jeruzalem, dat ik bemin'.
Willem Barnard is de dichter van het lied 'Jeruzalem, mijn vaderstadLied 737 in Liedboek. Zingen en bidden in huis en kerk, 2013. Gez. 265 in Liedboek voor de kerken, 1973.Achtergrondinformatie over dit lied op kerkliedwiki'. Het is een bewerking van een 16e eeuws lied, waarin hij de omkering in het Koninkrijk van God bezingt: de laatsten worden de eersten. In couplet 19 staat:
De negers met hun loftrompet,
de joden met hun ster,
wie arm is, achteropgezet,
de vromen van oudsher
Hoe lang blazen de negers nog op hun loftrompet?
Over het woord 'negers' is al lang discussie. De Protestantse Kerk is nu in gesprek met migrantenkerken (met hun overkoepelende organisaties SKIN). “Afhankelijk van hun reactie, wordt hun signaal doorgegeven aan de uitgever van het Liedboek”, zegt scriba René de ReuverDit zei hij in een interview in dagblad TrouwTrouw: Alles wijst erop: ‘neger’ wordt geschrapt uit het Liedboek. Het woord 'neger' kan niet meer, in de beleving van velen.
De Joden met hun ster
In hetzelfde lied is er sprake van 'de joden met hun ster'. Hoe kijkt men in de Joodse gemeenschap aan tegen deze combinatie? Welke associaties komen naar voren? Op verzoek van het moderamen heb ik deze vraag voorgelegd aan een aantal Joodse gesprekspartners.
De context is wat telt
Ruben Vis, algemeen secretaris van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, vindt het lastig om hier iets over te zeggen. “De context is wat telt. Over die context zou dus meer duidelijkheid moeten komen, alvorens een oordeel te vellen.” Op de website van het NIK schrijft hij: “De ster is een verwijzing naar de jodenster, en het lijkt niet dat Barnard daar een negatieve bedoeling mee heeft gehad. Daar komt bij dat we nu nog steeds het woord ‘joden’ kunnen gebruiken maar niet meer het woord ‘negers’ dus er is wel sprake van een asymmetrische aangelegenheidArtikel op de website van het NIK.”
Ook Leo Mock, docent Judaica aan de Tilburg University, vraagt door hoe je het lied precies moet plaatsen. “Belangrijker is ook: wat is nu de context en betekenis van dit lied. Over welk Jeruzalem gaat het eigenlijk? En voelt iedereen zich daarin thuis, in die betekenis en verwachting?” Hij vindt niet dat er iets veranderd moet worden: “Het is niet aanstootgevend, schokkend of antisemitisch. Wel is het belangrijk om het gesprek met elkaar hierover aan te gaan - wat bedoelen we met wat we zeggen/zingen?”. Met een kwinkslag voegt hij eraan dat dat Joden dit uiteraard ook moeten doen. Hij wijst er nog op dat het niet aan hem is om als blanke iets te zeggen over de negers met hun loftrompet “anders dan dat het mij wat stereotiep lijkt - alle negers zijn musicaal, alle joden slim etc.”.
Gemarginaliseerden gaan voor
Wat is dan de context van het lied? Barnard publiceerde zijn bewerking al in de liedbundel De tale Kanaäns (1963). Dochter Renata Barnard vertelt aan NIK dat dit lied geschreven is “niet lang dus na de Shoah en in de tijd van de burgerrechtenbeweging in Amerika. Eigenlijk een heel actueel lied dus waarin juist de vermoorden, de gekwetsten, de gemarginaliseerden ‘voorgaan in het Koninkrijk van God’.” Zij voegt eraan toe dat enige vorm van antisemitisme haar vader geheel vreemd was, alle vorm van racisme trouwens. Haar vader heeft zich als theoloog juist sterk verdiept in de joodse wortels van het Tweede Testament. Willem Barnard schrijft zelf dat hij ‘met gepaste vrijmoedigheid’ de oorspronkelijke Engelse tekst heeft ‘misbruikt’: “Mijn strofen 18, 19 en 20 parafraseren het simpele ‘gezegende heiligen’ van de oorspronkelijke tekstBron: Een compendium van achtergrondinformatie bij de 491 gezangen uit het Liedboek voor de Kerken, 1977, p.629." De nieuwe heiligen die voorop lopen in het Koninkrijk van God zijn dus ‘de negers’ en ‘de Joden’. Het lied verwijst naar de visioenen van het nieuwe Jeruzalem uit Openbaring 21 en 22.
Aandacht voor antisemitisme is goed
Binyomin Jacobs, opperrabbijn van het Interprovinciaal Opperrabbinaat, kan zich goed vinden in de huidige tekst. Hij schrijft: “Persoonlijk lees ik ‘de Joden met hun ster’ als een teken dat de vervolgingen voorbij zijn, maar onmiskenbaar hebben plaatsgevonden en niet worden ontkend. Ik zie dus geen enkel bezwaar, integendeel zelfs. Het lied richt de aandacht op het antisemitisme door de eeuwen heen, en dat is goed.”
Dat sluit aan bij wat Pieter Endedijk, die namens de Protestantse Kerk in dienst was van de Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied, schrijftLiedboek compendium over dit lied over ‘de joden met hun ster’: “Ook het bittere lied uit de duisternis van de twintigste eeuw moet gehoord blijven.”
Jacobs vervolgt: “Op de dezelfde wijze lees ik “De negers met hun loftrompet”, maar om daarover een mening te hebben is niet aan mij. Maar ik wil wel waarschuwen dat we doorslaan.” Hij doelt erop dat antiracisme de nieuwe godsdienst aan het worden is. “Ik zie mensen knielen, ik zie hoe een individu tot heilige wordt verklaard, ik zie hoe er wordt opgeroepen tot een beeldenstorm, ik hoor de antisemitische slogans.”
Wat doet die ster daar?
Toch kan niet iedereen uit de voeten met het woordpaar ‘Joden’ en ‘ster’. Albert Ringer, rabbijn van de Liberaal Joodse gemeente te Rotterdam, schrijft: “Tja, die ster. Ik ga er vanuit dat hier de Jodenster uit de oorlog is bedoeld, als symbool van onderdrukking. Het klinkt gek in mijn oren. Ik denk dat er geen Jood op wereld is die de ster ziet als “mijn” ster, iets van hem of haarzelf. Het dragen is opgelegd door wat in de oorlog de Nederlandse overheid was.” Ook al is het wellicht anders bedoeld, Ringer ziet er toch een vorm van annexatie is, de Joden worden ingelijfd bij de christenen. “De onderdrukking van Joden en van mensen met een kleur is heel vaak gedaan in naam van de Christenheid, verdedigt met de Bijbel in de hand. Het is dan ook wel weer een beetje makkelijk om Joden te coöpteren als mensen die zullen worden gered door het geloof in Jezus.”
Lieve Teugels, universitair docent Semitica en joodse studies aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam, ziet dat ‘de negers’ een positieve rol spelen in dit lied. Maar dat ‘negers’ en ‘Joden’ er als twee groepen samen uitgehaald worden, vindt ze toch ook weer bedenkelijk. Door hen naar voren te halen, zet je hen apart. Je associeert Joden samen met negers “als een “outsider” groep die nu ook mag meedoen”.
En wat doet de ster daar, vraagt ze zich af. Het is geen muziekinstrument. Je krijgt toch het idee dat “de joden gaan/moeten volgen in het Koninkrijk van God Christelijke stijl. Je moet weten dat ik in deze zeker niet puriteins ben. Ik denk bijv. dat er niks mis is met Jodenkoeken of Moorkoppen. Maar hier spelen theologische vooronderstellingen die ik moeilijker vind.” Lieve Teugels zegt er overigens bij dat ook in de siddoer, het joodse gebedenboek, “dingen staan over de ‘goiem’ die ik niet zo leuk vind.”
Zet er een voetnoot bij of haal het eruit!
Bij Corrie Zeidler, rabbijn van de LJG Brabant en van Gelderland en justitierabbijn, roept het gebruik van "de joden met hun ster" eveneens een negatieve associatie op. “Het klinkt degraderend in mijn oren en kan ook als spot worden gezien/gelezen/gehoord. Maar aan de andere kant, dit is de woordkeus die deze persoon gebruikt heeft, je kan moeilijk in terugwerkende kracht "political correct" worden. Misschien een voetnoot of uitleg erbij vermelden als dit lied gezongen wordt?”
Menno ten Brink, rabbijn van de Liberaal Joodse gemeente te Amsterdam, is stellig. “Ik zou het couplet eruit halen. Zowel negers als de joden met een ster zijn behoorlijk stigmatiserend en hebben een element van discriminatie. De directe gedachte bij mij is aan de jodenster, gedragen in de sjoa, een discriminatoir onderscheidingsteken in de middeleeuwen en in moslimlanden. Ik zou beide persoonlijk niet kunnen zingen. Dus mijn advies is: uit het liedboek verwijderen.”
Of heeft die ster een andere betekenis?
Tamarah Benina, liberaal rabbijn van de gemeente Beit Ha'Chidush in Amsterdam en van Progressief Joodse Gemeente Noord-Nederland, weet niet goed wat ze van de ster moet vinden. Als je er in plaats van een jodenster een Davidsster van zou maken, zou je in ieder geval geen negatieve associatie erbij krijgen. “De Davidster is een positief symbool, de Jodenster is een symbool van vervolging en moord.”
Leo Mock lijkt in dezelfde richting te denken. Hij vindt allemaal niet echt schokkend met de joden en hun ster. “Wel denk ik dat je het joods zijn wel erg reduceert tot lijden.” Mock denkt associatief aan Numeri 24:17: ‘Een ster komt op uit Jakob’. In de Joodse en christelijke traditie krijgt dit een messiaanse betekenis. Barnard zal dit allemaal niet zo bedoeld hebben, maar zoals het er nu staat roept de tekst veel vragen en verwarring op.
Kan Luther nog wel?
Opperrabbijn Binyomin Jacobs wijst overigens ook op couplet 18, waarin sprake is van Luther en Bach. “Wat mij wel zou kunnen storen zijn Luther en Bach en de hun toebedeelde plaats in het gezang. Maar tijdens de Refo-500 bijeenkomst in de Dom te Utrecht was ik nadrukkelijk aanwezig op voorwaarde dat er publiekelijk afstand zou worden genomen van Luthers antisemitische uitspraken en denkwijze. Dat is zeer hoorbaar geschied en daarmee is voor mij de vermelding van Luther in dit lied of elders niet meer een punt van discussie.” Hij refereert hier aan de Verklaring die door de preses van de Lutherse synode ds. Trinette Verhoeven op 11 april 2016Verder lezenLuther en de Joden namens de Protestantse Kerk werd gedaan.
Tot slot
Wat vallen er voor conclusies te trekken uit deze veelkleurige reacties? Voor mij maakt het duidelijk welke vragen en dilemma’s een prachtig lied met goede intenties na verloop van tijd kunnen oproepen. Toen was het een radicaal lied dat de revolutionaire boodschap van de Bijbel naar voren bracht: de tot slaaf gemaakten worden bevrijd, de tot de dood vervolgden krijgen een ereplaats. Maar de tijd schrijdt voort, de taal verschuift, er komen nieuwe bewegingen. Barnard zelf heeft het oorspronkelijke Engelse lied ingrijpend bewerkt en veranderd, aangepast aan zijn tijd. ‘Wij zijn geen middeleeuwers meer!”, schrijft hij. De tijd is gekomen om met ‘gepaste vrijmoedigheid’ het lied van Barnard ‘te misbruiken’ (zijn eigen woorden) om het naar deze tijd te vertalen. Niet zozeer om politiek correct te zijn, maar vanwege het nieuwe verstaan van de bijbelse boodschap in onze tijd.