Mr. dr. Klaas-Willem de Jong schreef op verzoek van de generale synode een boekje over het sacrament van de Heilige Doop. Een eerdere publicatie van prof. dr. Jan Muis over het avondmaal werd aan het boekje toegevoegd. Klaas-Willem de Jong: “Ik hou ervan om een brug te slaan tussen de theologische wetenschap en de praktijk."
“In mijn periode als predikant heb ik enige honderden keren de doop bediend", zegt ds. Klaas-Willem de Jong (59). Hij schreef op verzoek van de synode een studie over de doop. “De doop is van een ‘voorgegeven ritueel’ veranderd in een ritueel waarin ouders een groter aandeel kregen. Ik hoop dat mijn publicatieBestel het boekje 'Tastbare nabijheid' bij KokBoekencentrum leidt tot een bewustere omgang met de doop. Dit sacrament gaat over ons mens-zijn, over onze verhouding tot God en over de wereld waarin we leven. De hele christelijke wereldbeschouwing komt mee in de doop.”
“Pasgeboren kinderen werden in mijn eerste gemeente al na zo’n vijf weken gedoopt”, herinnert De Jong zich. “In mijn laatste gemeente gebeurde dat soms pas na een half jaar of nog later.” Die ontwikkeling heeft een diepere achtergrond, weet hij. “De leefsituatie van de doopouders zelf werd belangrijker. Het gaat er niet meer zozeer om dat ‘er gedoopt moet worden’, maar het gaat er vaker om: ‘wij willen ons kind laten dopen en zoeken daarvoor een geschikt moment’. Wanneer kan de familie, wat is een passende zondag? Veel veranderingen in de doop draaien om die verschuiving. De doop is in sterkere mate een familieritueel geworden in plaats van een kerkelijk ritueel.”
Bewuste keuze
Die ontwikkeling heeft positieve kanten, vindt De Jong. “De ouders willen dopen, het is een bewuste keuze. Daartegenover staat het ‘voorgegeven ritueel’ van de kerk. In mijn eigen gemeenten ben ik ook meer aandacht gaan besteden aan de doop, door in plaats van één gesprek meerdere gesprekken met ouders te voeren. Het komt nu meer aan op hún keuze dan dat de doop iets is van ‘dit doen we met elkaar in deze kerk'."
Daar begint de schoen ook wel te wringen, constateert De Jong. “De doop mag je ook zien als een keuze van Godswege. Het is een gave. Dat wringt met het sterke accent op de bewuste keuze.”
Met zijn publicatie wil De Jong voorgangers, ambtsdragers en ouders bewustmaken van de veranderingen rondom de doop. “Wanneer de doop door de secularisatie betekenis verliest in de samenleving roept dat de kerk op om er meer aandacht aan te geven. Daar geeft mijn publicatie handreikingen voor. Denk aan een jaarlijkse dienst waarin het gedenken van de doop centraal staat.”
De Jong gaat uitgebreid in op de keuze voor kinderdoop of volwassendoop. “Het aantal volwassen dopelingen stijgt, het is nu al meer dan 5 procent. Ouders zeggen vaker: mijn kind moet later maar zelf beslissen of het gedoopt wil worden.” Daarmee is voor De Jong niet alles gezegd. “Als theoloog zie ik het als mijn opdracht om vast te stellen of dat dan ook een verantwoorde lijn is. Het Bijbelse denken gaat sterk uit van het collectief. Onze huidige tijd is veel individueler. Het denken over de doop ontkomt niet aan die tendensen. Dat in de tijd van het Nieuwe Testament ‘het hele huis’ werd gedoopt omdat de heer des huizes dat zo besliste, staat ver van ons huidige levensgevoel af. Het is anno 2021 een radicale, gedurfde keuze om een kind te laten dopen.”
Droog houden
De verhouding kinderdoop-volwassendoop verandert ook door een gebrek aan kennis over wat de doop nu eigenlijk inhoudt, analyseert De Jong. “Dopen is voor veel mensen meer ‘opdragen’. Zelf heb ik in gesprekken wel eens spelenderwijs gezegd: ‘Ik merk dat het u vooral gaat om de zegen van God en dat u uw kind iets wilt meegeven. Misschien kunnen we het dan maar beter droog houden.' Woorden als zonde en vergeving werden wel genoemd, maar vaak los van het water en de betekenis daarvan. Maar de doop brengt ons bij Jezus, bij de redding die Hij heeft gebracht. Je geeft je over aan Gods reddende macht.”
Vuil afwassen
Voor ouders van nu is het vaak een vraag waar hun kind nu precies van gered moet worden, erkent De Jong. Wat is dat vuil dat het doopwater afwast? De Jong: “Dan zeg ik: we moeten gered worden van de donkere kanten van het leven, de dingen die het leven op allerlei manieren bedreigen. Dat heeft enerzijds te maken met ons mens-zijn, de dingen die we verkeerd doen. Het heeft anderzijds te maken met het perspectief dat je wilt bieden op het goede leven, dat vruchtbaar is naar elkaar en naar de wereld. We hebben kracht van buiten nodig om tot vernieuwing en verandering te komen.
Daarin zit de wezenlijke betekenis van het water bij de doop. Noties als deze werden vaak verbonden met het begrip ‘erfzonde’. Als je ze weglaat, wordt het moeilijk betekenis te geven aan het water van de doop. Het is waar dat God tegenwoordig meer gezien wordt als ‘vriend’. Dat is een te beperkt beeld. Maar de sterke nadruk van vroeger op het oordeel van God en op Zijn heiligheid was ook eenzijdig.”
Geloof voorleven
Wie de betekenis van het water bij de doop niet uitlegt, dringt niet door tot de kern van de doop, vindt De Jong, Maar wie geen vervolg geeft aan de belofte die bij de doop werd uitgesproken, doet dat net zo goed niet. “In doopgesprekken vroeg ik vaak: hoe weet u dat u zelf gedoopt bent? Dat vertelden mijn ouders mij, hoorde ik dan. Dat bood een aanknopingspunt om het te hebben over hoe belangrijk het is dat ouders het geloof voorleven en er inhoud aan geven. Zo probeerde ik een innerlijke motivatie op gang te brengen om bijvoorbeeld ook vaker naar de kerk te komen.
Er zijn voorbeelden van ouders die bij de geboorte van hun eerste kind opnieuw aanhaken bij de kerk en actiever mee gingen doen. Maar als je weet dat ouders geen vervolg zullen geven aan de doop van hun kind, is het de vraag of je het wel moet doen.”
Serie publicaties over kerkzijn in de 21e eeuw
In een serie over kerkzijn in de 21e eeuw verschenen er op verzoek van de synode tot nu toe vier publicaties. De eerste gaat over het sacrament van het Heilig Avondmaal (prof. dr. Jan Muis). De tweede (‘Tot Gods eer, Handreiking voor gesprekken over liturgie’) gaat over de eredienst, van de hand van prof. dr. Marcel Barnard. Prof. dr. Maarten Wisse schreef ‘De Bijbel in het midden, het geloofsgesprek te midden van verschillen’. In 'Kijk op de ziel' beschrijft promovendus Martine Oldhoff de protestantse visie op de ziel. De laatst verschenen publicatie is van mr. dr. Klaas-Willem de Jong, en handelt over het sacrament van de Heilige Doop. De publicaties van Muis en De Jong zijn gebundeld in het boek ‘Tastbare nabijheid, over Doop en Avondmaal’.
Wie is Klaas-Willem de Jong?
Dr. mr. Klaas-Willem de Jong schreef over het sacrament van de Heilige Doop nadat de synode aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) vroeg om zo’n publicatie. “Ik hou ervan om een brug te slaan tussen de theologische wetenschap en de praktijk”, zegt hij. De Jong diende als predikant gedurende 30 jaar vier gemeenten. Sinds 1 september 2015 is hij werkzaam als docent kerkrecht aan de Protestantse Theologische Universiteit. Hij is onder andere betrokken bij onderzoek naar de herkomst van de 16e-eeuwse liturgische formulieren, waaronder die voor de bediening van de Heilige Doop.
Zie ook:
Foto: PThU