Het profetische karakter van de kerk mag wel wat aangewakkerd worden, vindt ds. Pim Verhoef (1960). We moeten elkaar scherp houden, en de tekenen van de tijd zien.
- studie sociale geografie en economie aan de VU, daarna – naast een docentschap – theologie gestudeerd in Utrecht. Als predikant eerst in dienst van de IZB, vervolgens gemeentepredikant in Giessen-Oudekerk, daarna Nijkerk, en sinds een half jaar weer in Giessen-Oudekerk
- voelt zich ‘bewogen bonds’. “Als de IZB een stroming zou zijn, zou ik zeggen dat ik die aanhang.”
Hoe ervaart u uw roeping?
“Dat is actueel. Ik zat prima in Nijkerk, waar ik trouwens 14 jaar geleden ook door roeping gekomen ben. Maar nu kwam het erg op me af. Giessen-Oudekerk was al zes jaar vacant, af en toe ging ik er nog voor. Ruim een jaar geleden deed ik er een dienst en preekte over de tekst ‘jij moet ze te eten geven’. Ik dacht: dit treft mij zelf, dat ben ik. Maar teruggaan naar deze gemeente, dat moest ik niet willen, vond ik. Toch liet het me niet los, het was een soort overtuiging. Ik kon allerlei plussen en minnen bedenken, maar ondertussen was dit iets wat groeide. In de beroepingsprocedure ben ik het geworden, in september was mijn intrededienst.”
Wat hebt u nodig om met vrucht en vreugde te werken?
“Een open deur. Dat mensen je willen ontmoeten. Dat ze openstaan voor je woord. Dat er een deur opengaat naar boven, dat je ervaart dat God door je heen werkt. Een open deur, allerlei kanten op. Ook naar mezelf.”
Hoe zorgt u ervoor dat u niet opbrandt?
“Behalve opgeladen blijven door ‘de Ander’ is het voor mij belangrijk om goed voor mezelf te zorgen. Ontspanning inbouwen, en dat kan heel simpel zijn: de hond uitlaten of even naar de bakker gaan. Even uit de bubbel van mijn werk stappen. En lezen, de natuur in, gezelligheid opzoeken. Ik heb ook de zegen van een team van mensen om me heen, er zijn hier meer predikanten en een kerkelijk werker.”
Welk onderdeel van uw werk doet u het liefst?
“Ik vind heel veel erg leuk om te doen. Ik geef graag les op de openbare school, ik preek heel graag, en omgaan met jongeren en ouderen vind ik prachtig. Maar mijn hart gaat het meest uit naar het bezoekwerk. En dan in het bijzonder het begeleiden van mensen in crisissituaties: het moeilijkste maar ook het mooiste wat er is. Als ik terugfiets van een gesprek denk ik vaak: hier ben ik dominee voor geworden.”
Welke scholing heeft u voor het laatst gevolgd?
“Ik heb meerdere keren een studiekring gevolgd rond boeken van Wim Dekker van de IZB. Je komt dan een keer of vijf à zes bij elkaar om een goed theologisch werk te lezen. Ik houd daar erg van en steek er veel van op.”
Waar kan de kerk haar rol pakken in de verantwoordelijkheid voor onze medemens en de schepping?
“Waar niet, zou ik haast zeggen. Het profetische karakter van de kerk mag wel wat aangewakkerd worden. Waar zijn we in de samenleving mee bezig? Wat doen we allemaal wat ten koste gaat van anderen of van iets? Het is schokkend wat mensen tegenwoordig durven zeggen en doen. Het is wel moeilijk om daar op een goede manier iets van te zeggen, daar past ons bescheidenheid. Maar we moeten elkaar wel scherp houden, en de tekenen van de tijd zien. Ik probeer dat zelf te doen vanaf de kansel, bijvoorbeeld in mijn serie preken over het bijbelboek Openbaring.”
Welk boek, welke film of welke podcast raadt u collega’s aan?
“Er is heel veel goed materiaal, heel actueel ook en toegankelijk voor veel mensen. Ik luister graag naar documentaires op de radio en lees graag theologische boeken. En verder vind ik ‘Eerst dit’ erg fijn, een dagelijkse bijbelpodcast van EO en IZB. Maar om eerlijk te zijn neem ik er zelf te weinig tijd voor, het is geen dagelijkse kost.”
Is er een bijbeltekst die met u meegaat?
“Ik houd erg van Psalm 62 met woorden als redding, rust, burcht en schuilplaats. Ik gebruik die ook vaak en graag in het pastoraat, er zitten heel troostende woorden in.”
Wat hoopt u voor de toekomst van de kerk?
“Dat we bij de Heer blijven. Ik houd mijn hart wel een beetje vast: het is griezelig hoe de kerk verlaten wordt, hoe er een soort Godsverduistering ontstaat in het leven van mensen. Dat betekent iets voor de kerk maar ook voor de samenleving.”