Wie er alleen maar op gericht is om het leuk te maken voor jongeren, vergeet waar het in de kerk om gaat. Dat zegt de Amerikaanse theoloog Andrew Root. Hij pleit voor meer focus op de gezamenlijke geloofsontmoeting, in de overtuiging dat dat de basis voor een levende gemeente is.
Andrew Root (1974) is praktisch theoloog en professor in 'Youth and Family Ministry' op het Luther Seminary in St. Paul, Minnesota, VS. In hoog tempo schrijft hij boeken die steeds een snaar weten te raken. Daarin gaat hij uitdagende vragen niet uit de weg en zoekt hij steeds de verbinding tussen kerk, cultuur, samenleving en de verschillende generaties. Bekende (Engelstalige) boeken van Andrew Root zijn Faith formation in a secular age en The end of youth ministry.
‘Waarom moet jeugdwerk altijd leuk zijn?’
Waarom moet het altijd leuk zijn? Dat is wellicht een herkenbare verzuchting van jeugdouderlingen en andere werkers in de kerk die nadenken over het jeugdwerk in hun gemeente. Het is ook de vraag die Andrew Root zich stelt. Wat is er gebeurd, vraagt hij zich af, dat kerken terecht zijn gekomen in niet minder dan een competitie met sport, muziek en school als het om jongeren gaat? Hij raakt daarmee aan een vraag die ook door veel gemeenten in Nederland zal worden herkend. Hoe leuk moeten we het maken om jongeren nog aan ons te binden? Het gevoel dat je het nooit zult winnen van een voetbaltraining of een Formule 1-wedstrijd, is stiekem steeds aanwezig.
Kerk in de kramp
De houding van ouders helpt daarbij ook niet echt, zegt Root. Steeds minder is de kerk voor hen het centrum van waaruit je de andere zaken van je leven organiseert. Eerder is het een waardevolle toevoeging in de ontwikkeling van hun kind: boeiend jeugdwerk dat naast hockey en drummen hun telg iets aanreikt waarmee die zichzelf kan verwerkelijken. Tja, zo zou je als tienerleider de moed ook wel een beetje in de schoenen zakken. Maar pas op, waarschuwt Root, want zonder dat je het in de gaten hebt, kan er ook nog iets anders gebeuren. Ongemerkt kan de focus in de kerk op jongeren en jeugdigheid komen te liggen. De afwezigheid of het afhaken van jongeren wordt sluipenderwijs een verlieservaring. Kerk in de kramp. En gaandeweg vergeet je waar het werkelijk om gaat.
Ruimte voor iedereen
Het grotere verhaal dat Andrew Root wil vertellen, gaat verder dan het opnieuw uitvinden van het jeugdwerk. Sterker, je zou je kunnen afvragen of de boodschap van Root misschien zelfs het einde van het jeugdwerk betekent. Zo spannend zal hij het niet bedoelen, maar hij legt de bijl wel degelijk een beetje aan de wortel. Wie constant bezig is met wat er gedaan moet worden om een nieuwe generatie te bereiken en hoe dat georganiseerd moet worden, kan gaandeweg vergeten waarom hij dat eigenlijk doet. Wat maakt ons tot kerk en wat is de plek van jongeren daarin?
En daarmee zitten we in het hart van de boodschap van Root. Laat het hoe en wat maar even zitten, lijkt hij te zeggen. En bepaal elkaar bij waar het werkelijk om gaat: het zijn van een levende geloofsgemeenschap, waarin geloven actief geoefend wordt. Het mooie is dat er in die gemeenschap ruimte is voor iedereen, oud en jong. Sterker, de aanwezigheid van jongeren kan de geloofsontmoeting op een verfrissende manier verrijken. Wie met een groep van tieners en ouderen een bijbelstudie heeft gedaan, weet hoe de ervaring van de ene groep en de frisheid van de andere, elkaar alleen maar versterken.
Levensverhalen
Zijn we er dan? Een gezamenlijke bijbelstudie als de oplossing om jong en oud te verbinden? Nee, nog niet. Root gaat een stap verder. Want, zegt hij, wat heeft ons kerk-zijn uiteindelijk voor zin als we niet in staat zijn het verhaal van Christus op een concrete manier te verbinden aan onze levensverhalen? Of ietsje scherper: wat heeft die jongere nou uiteindelijk aan die bijbelstudie of die kerkdienst, als hij niet op enig moment de ervaring heeft dat dat oude verhaal van de kerk een actueel verhaal is dat wel degelijk zijn leven raakt? En zo wordt het verhaal van Andrew Root een eerlijke vraag aan onze gemeenten: hoe dicht leven we bij het geheim van de kerk? En lukt het ons om samen met jong en oud vormen te vinden waarin dat steeds opnieuw ontdekt kan worden?
Illustratie: TinekeWerkt