Augustinus (354-430 na Christus) is voor velen de bekendste kerkvader. Zijn invloed op de ontwikkeling van kerk en theologie, vooral in West-Europa, is nauwelijks te overschatten. Van zijn honderden preken, brieven en boeken, zijn de Belijdenissen en De stad van God de bekendste.
Wanneer hoorden we voor het eerst van hem?
Aurelius Augustinus werd geboren op 13 november 354 in het Noord-Afrikaanse Thagaste (in het huidige Algerije). Hij was een kind van twee werelden: moeder Monica was een Berberse christin, vader Patricius een welgestelde, niet-christelijke Romein. Augustinus doorliep een klassieke scholing en met zijn scherpzinnigheid en welbespraaktheid schopte hij het zelfs tot het keizerlijke hof in Milaan. Maar parallel aan zijn voorspoedige maatschappelijke carrière, die hem geen vervulling bracht, maakte hij een intensieve geestelijke zoektocht door. Na omzwervingen langs astrologie, neoplatonisme en manicheïsme, bekeerde hij zich in 387 tot het christendom – nota bene de godsdienst waar hij altijd op had neergekeken. Zijn moeder en bisschop Ambrosius van Milaan speelden daarbij een belangrijke rol, maar naar eigen zeggen waren het de woorden ‘neem en lees’ van een toevallig opgevangen kinderliedje die hem het beslissende duwtje gaven. Hij sloeg een bijbel open en werd dusdanig geraakt door wat hij las dat hij besloot christen te worden.
In 396 werd hij bisschop van de Noord-Afrikaanse havenstad Hippo Regius (thans Algerije). Al snel verwerft hij naam als begaafd theoloog, prediker en auteur. Zijn stem werd invloedrijk in de debatten van zijn tijd, met manicheëers, donatisten, pelagianen en andere stromingen. Augustinus overleed in 430, in Hippo, terwijl de stad belegerd werd door de Vandalen.
Waarmee is hij bekend geworden?
Voor velen is zijn boek Belijdenissen de eerste kennismaking met Augustinus. Het is toegankelijk geschreven en tegelijk diepgravend. Het beschrijft hoe hij na een lange zoektocht en hardnekkig verzet het christelijk geloof omarmde. Het werk heeft trekken van een geestelijke autobiografie, maar doordat het geschreven is in de vorm van een doorlopend gebed, staat niet Augustinus zelf maar het handelen van God centraal. Beroemd zijn de woorden uit de openingsalinea: ‘Ons hart kent geen rust tot het rust vindt in U.’
Die uitspraak is typerend voor de theologie waarmee hij zo invloedrijk is geworden: Gods ontferming staat centraal, niet wat wij mensen bedenken of doen. Zijn genade is het enige medicijn tegen de zondigheid van de mens en het werk van zijn Geest gaat vooraf aan elk goed werk, zelfs elke goede gedachte. Dat was de inzet in zijn strijd tegen de pelagianen, maar ook tegen de donatisten die probeerden een zuivere kerk af te dwingen. De kerk, antwoordde Augustinus, is een ziekenhuis, geen verzameling volmaakte mensen. Als Augustinus over zonde spreekt, is het woord nederigheid steeds nabij.
Een ander beroemd werk is De stad van God, waarin hij zijn visie ontvouwt op de verhouding tussen de hemelse stad van God, waar de mensen leven uit de Geest, en de aardse stad van eigenliefde en machtsstreven. Het raakte dus aan de verhouding tussen kerk en staat en was zeer invloedrijk in de middeleeuwen.
Augustinus’ denken is ook buiten kerk en theologie van betekenis geweest. Wat hij schreef over bijvoorbeeld tijd, taal en hermeneutiek, en over wat we nu psychologie of politieke filosofie zouden noemen, was hij zijn tijd vooruit.
In de middeleeuwen werden zijn uitspraken steeds vaker gebruikt als losse bouwstenen voor de constructie van omvattende theologische systemen. Daardoor raakte helaas de eigenheid van Augustinus’ denken op de achtergrond, evenals het feit dat hij op specifieke omstandigheden en problemen reageerde. Terwijl juist dat kleur en diepte geeft aan zijn werk.
In 1947 bracht Frits van der Meer in Augustinus de zielzorger de herderlijke bewogenheid en wijsheid van de bisschop die Augustinus vooral was, weer voor het voetlicht. In het recente historisch-theologisch onderzoek hebben bijvoorbeeld Augustinus’ preken een prominente plek.
Wat kunnen we met zijn gedachtegoed?
Natuurlijk was ook Augustinus een kind van een andere tijd en cultuur. Sommige van zijn opvattingen, bijvoorbeeld over erfzonde en het lot van ongedoopte kinderen, roepen vandaag eerder weerstand dan weerklank op. Toch blijkt juist ook bij Augustinus hoezeer de vragen van toen en nu met elkaar verbonden zijn. Omdat hij openhartig is en zichzelf niet spaart, is hij soms onverwacht herkenbaar en nabij. Zijn scherpzinnigheid, diepzinnigheid en creativiteit prikkelen ook nu nog ons denken. Niet voor niets wordt zijn werk tot op de dag van vandaag door een divers publiek gelezen, zowel binnen als buiten de kerk.
Zien we de doorwerking van zijn gedachtegoed ergens terug?
Augustinus’ leer van zonde en genade heeft het theologisch denken door de eeuwen heen gestempeld, al hebben er ook steeds tegengeluiden geklonken. Luther was er als Augustijner monnik diepgaand door beïnvloed en ook Calvijn is in dat spoor verder gegaan. Het gezicht van het protestantisme is mede bepaald door Augustinus.
De laatste decennia trekt juist de pastorale en spirituele kant van zijn werk meer aandacht. Regelmatig verschijnen er nog nieuwe vertalingen van zijn werk, ook in het Nederlands. In 2005 werd Augustinus’ preek over Matteüs 11:28 (‘Komt tot mij, allen die vermoeid en belast zijn…’) door de lezers van Trouw uitgeroepen tot mooiste preek aller tijden.
Sommige van Augustinus’ uitspraken weerklinken nog altijd in zowel kerkmuziek (bijvoorbeeld NLB 695:2, Opwekking 641) als popmuziek (Robbie Williams, Make me pure).
Boekentip
Aurelius Augustinus: Belijdenissen, ingeleid, vertaald en van aantekeningen voorzien door Wim Sleddens O.S.A., Budel: Damon, 2009. Misschien is dit werk wel de beste kennismaking met zijn denken. De vertaling is goed leesbaar, de inleiding behulpzaam.
Luistertip
De Ongelooflijke Podcast, aflevering 200: De grote Augustinus-show!, met Paul van Geest, Beatrice de Graaf en Stefan Paas. Een vrolijk en onderhoudend gesprek dat, hoewel soms wat hagiografisch aangezet, een mooie verkenning van Augustinus’ leven, denken en invloed biedt.