Hoe kun je als kerkenraad, vrijwilliger in de kerk of als pioniersplek werken aan vernieuwing? Het volgende stappenplan laat zien hoe je op basis van de methode design thinking tot een werkbare oplossing kunt komen voor een situatie, probleem of lastig te realiseren kans.
Links lees je de stappen die je kunt zetten. Recht staan werkvormen die je helpen bij het concreet maken van deze stappen.
Stap 1: Jouw idee |
Werkvormen |
Begin met het bekijken van wat er nu aan de hand is:
Het beantwoorden van deze vragen gaat je helpen om tot een goede oplossingsrichting te komen. Weet je niet met zekerheid of iets zo is, schrijf dan op wat je denkt. Je kunt dan later checken of het klopt. Als je alles op een rijtje hebt gezet, bedenk dan welke oplossingsrichting het beste werkt in jouw situatie. Hou rekening met de belangen van anderen, want de acceptatie van jouw oplossing is voor een deel bepalend voor de impact die je gaat maken. |
Werkvorm - Jouw ideeJouw idee vormt de basis van de verandering die je wil zien op een specifieke plaats voor een specifiek doelgroep. Jouw idee is waar je eigen verhaal en Gods verhaal samenkomen. In dit werkblad vind je een oefening die je helpt om jouw idee en de wereld eromheen in kaart te brengen. Werkvorm - veranderverhaalJouw idee is niet alleen een idee, het is een verhaal. Een verhaal dat jij vertelt, dat je deelt en waar je deel van bent. Een verhaal over de verandering die jij wilt zien voor jouw doelgroep in je eigen omgeving. Dit werkblad je om de verandertheorie op te bouwen. Daarnaast helpt het je om te zien welke krachten er allemaal invloed uitoefenen op jouw idee. Werkvorm - Jouw missieEen succesvol innovatieproces begint bij jezelf! Wat is het dat jou drijft? En waarom wil en kun jij deze verandering teweegbrengen? Het is fijn om te starten met een flinke dosis enthousiasme en een heldere missie. Met deze werkvorm ga je aan de slag om te bekijken waarom je eigenlijk doet wat je doet. Wat is het dat jij wilt bereiken, en hoe kunnen anderen en jijzelf helpen om de missie te voltooien? |
Stap 2: Jouw team! |
|
Bedenk met welk team je gaat werken aan de verandering die je voor ogen hebt. Je weet wie betrokken zijn in de situatie die je wilt veranderen, vraag (een paar van) hen om mee te doen. Zo bedenk je niet voor de doelgroep een oplossing maar met hen! Ook is het fijn om een team samen te stellen met verschillende vaardigheden en netwerken. Hiermee vergroot je de kans dat jouw team succesvol is en meer impact gaat maken. Als je een team hebt gevormd, begin dan met een startsessie. Bespreek samen de volgende vragen:
Na afloop van deze startsessie weet je wat je kunt verwachten met je team. Misschien mis je nog mensen met specifieke talenten. Misschien is het moeilijk om een toegewijd team te vormen, heb je alleen mensen met wie je zo nu en dan kunt sparren. Dit hoeft geen probleem te zijn, je kunt ook zelf starten en in je eentje beginnen aan de gewenste verandering. |
Een goed project start bij een sterk en compleet team met een gezamenlijke missie. Gebruik het teamcanvas om de teamdoelen, waarden en behoeften in kaart te brengen en maak afspraken over de rollen, communicatie en hoe er beslissingen worden gemaakt. Werkvorm - Jouw teamDeze tool helpt met het in kaart brengen van hoe jullie als team het beste kunnen werken. Wie kun je waarvoor vragen en hoe communiceren jullie? Door dit vooraf allemaal op een rijtje te zetten, voorkom je verkeerde verwachtingen tussen teamleden en kunnen jullie gezamenlijk toewerken naar jullie doelen. Werkvorm - TeambusDeze tool helpt met het in kaart brengen van hoe jullie als team het beste kunnen werken. Wie zitten er allemaal in de bus, wat brengen de teamleden mee, waar krijgen jullie energie van en hoe gaan jullie om met pech? Door dit vooraf in kaart te brengen weten jullie wat jullie in dit proces van elkaar kunnen vragen, wat jullie energie geeft en wat jullie moeten doen bij pech Werkvorm - CoverstoryDeze werkvorm daagt jou (en je team) uit om jezelf in de toekomst te projecteren: hoe zal de wereld reageren op wat je op dat moment hebt bereikt? Durf daarbij groots te dromen: van welk resultaat worden jullie echt blij?
|
Stap 3: In gesprek met je doelgroep |
|
De volgende stap is belangrijk. Kloppen de aannames die jij en jouw team hebben van de situatie? In de eerste stap heb je opgeschreven wat jouw gedachten zijn rond de situatie. In de tweede stap heb je deze samen met je team besproken. Nu is het moment daar om er zo snel mogelijk achter te komen of je op het goede spoor zit: je gaat je aannames checken. Eén manier is om te kijken of er al eerder onderzoek gedaan is naar vergelijkbare situaties. Daarnaast ga je zelf (kleinschalig) onderzoek doen. Dit doe je door met de doelgroep (de mensen betrokken in de situatie) in gesprek te gaan. Omdat je wilt weten hoe de mensen over de huidige situatie denken, wil je hen vooral niet beïnvloeden met je oplossingsrichting. Daarom stel je eerst de volgende vragen:
Vraag goed door zodat je er in detail achter komt wat er aan de hand is. Vraag ook naar de kosten die ze gemaakt hebben om de situatie te veranderen. Soms klagen mensen over een situatie, maar als ze geen moeite doen om deze te veranderen is er eigenlijk geen probleem. Nu je een beter beeld hebt van de situatie die je wilt veranderen, is het tijd om jouw oplossingsrichting te verkennen. Let er hierbij op dat je niet direct heel enthousiast gaat ‘pitchen’ – mensen zijn dan geneigd om minder eerlijk hun feedback op jouw idee te geven. Omdat ze aardig willen zijn, noemen ze het ‘een fantastisch idee’ terwijl ze geen idee hebben of jouw oplossingsrichting gaat helpen. Of ze hebben helemaal geen zin in een ‘pitch’ en zeggen snel dat ze het een goed idee vinden, zodat ze het gesprek kunnen beëindigen. Stel vragen als:
|
Werkvorm - DoelgroepinterviewsHet is heel belangrijk om de eindgebruikers er vanaf het begin bij te betrekken. Zij zijn immers de personen die met het product/dienst of initiatief aan de slag moeten gaan. Waarschijnlijk heb je een beeld van wie je eindgebruikers zijn en wat hen zoal bezighoudt in het dagelijks leven. Maar dit is grotendeels gebaseerd op wat jij denkt, tijd dus om te gaan checken of dit klopt. Door met de doelgroep in gesprek te gaan leer je deze écht kennen. Je checkt je aannames en haalt meer informatie op over haar behoeften. Zo weet je zeker dat wat je in dit proces gaat uitwerken daadwerkelijk aansluit bij de doelgroep. Werkvorm - DoelgroepenkaartDe doelgroepenkaart is een volgende stap in het leren kennen van je doelgroep. Door je eindgebruiker centraal te stellen, bedenk je een product, dienst of initiatief dat perfect aansluit bij de behoefte van de doelgroep. Met een doelgroepenkaart is het makkelijker om later in het proces scherp te houden voor wie je het doet. Je noemt dit ook wel een ‘persona’. Vraag jezelf tijdens het proces af en toe af: wat zou [naam] hiervan denken? Werkvorm - OntwerptypetjeHoe goed ken jij je doelgroep? Misschien werk je al jaren met haar samen of misschien is het een compleet nieuwe doelgroep. In deze stap leef je je in in diegene waarvoor jij het doet, met andere woorden: de eindgebruiker. Door het maken van een 'ontwerptypetje' geef je handen en voeten aan diegene waarvoor jij het doet. Dit helpt je om gedurende het traject de einddoelgroep scherp voor ogen te houden.
|
Stap 4: Verwerk de feedback in een pilotversie! |
|
Je hebt/jouw team heeft nu verschillende mensen gesproken. Deel onderling de ervaringen en je leeropbrengst. Zijn er aannames die niet kloppen? Hoe zit het dan wel? Of zit je helemaal goed? Als het goed is weet je ook meer over de bereidheid van je doelgroep om iets anders te proberen. Misschien was ze hier zelf al mee bezig en besteedt ze tijd (en geld) aan de situatie die je wilt veranderen. Je kunt nu aangeven wat jouw doelgroep wil bereiken in de situatie die je wilt veranderen. Misschien weet je ook wat jouw doelgroep kan helpen haar doel te bereiken en waar jouw doelgroep ‘pijn’ ervaart rond de situatie die je wilt veranderen. Deze informatie is belangrijk omdat dit gaat helpen om jouw oplossingsrichting te verrijken. Waarschijnlijk heb je genoeg informatie om jouw oplossingsrichting en veranderverhaal concreet te maken naar een eerste versie, de pilotversie. Je gaat kleinschalig jouw oplossingsrichting uitproberen in de situatie die je wilt veranderen. Het doel van de pilotversie is om er veel van te leren. Het hoeft niet perfect te gaan of supergelikt te zijn. Het is verstandig om in een kleine setting te beginnen, met een niet te grote groep, zodat jij je comfortabel voelt. Voor de mensen met wie je jouw pilotversie doet geldt dat ook, ze durven dan gemakkelijker (en eerlijker) feedback geven. Plan je pilotversie op een moment dat jij, jouw team en je doelgroep kunnen, en probeer het uit. Vergeet niet na afloop feedback te vragen. |
Werkvorm - Waarde bepalenEen goed idee voegt waarde toe. Met de 'waardepropositie'-tool ga je op zoek naar waarom jouw idee van waarde kan zijn voor de doelgroep. Het geeft inzicht in de behoeften van jouw doelgroep en de zwakke en sterke punten van jouw idee. Werkvorm - Prototype bouwenEen belangrijk kenmerk van een innovatieproces is dat het iteratief (herhalend) is: door aannames en ideeën vroeg te testen en daarna te verbeteren wordt het eindresultaat steeds beter. Dat kun je doen aan de hand van 'prototypen'. Met een prototypetest test je een klein onderdeel van jouw grote idee in de praktijk, zo laagdrempelige en goedkoop mogelijk. Werkvorm - Test en leerkaartEnkel door te testen zie je of wat je op papier hebt gezet in de realiteit overeind blijft staan. Sommige aannames zijn belangrijker voor je idee dan andere. De eerste stap is dus om te bepalen welke aannames kritisch zijn voor het slagen van je idee. Hierna ga je deze aannames testen, door een klein interview, een prototype test of een andere manier. Daarna structureer je de inzichten zodat je ervan kunt leren.
|
Stap 5: Verwerk je ervaring en feedback uit de pilotversie, en ga door |
|
Gefeliciteerd! Je hebt je eerste pilotversie gedaan en je bent een ervaring rijker. Verwerk je leerervaring en de feedback als je aan de slag gaat met een vervolg. Je weet nu wat er goed ging en waar je nog kunt verbeteren. Dit noem je een leercirkel. Je kunt dit telkens blijven toepassen als je aan de slag gaat met jouw oplossingsrichting. Zo kun je de situatie die je wilt veranderen stap voor stap benaderen met jouw oplossingsrichting. Het kan ook zijn dat jouw pilotversie totaal geen succes was. Vervelend, maar dat kan gebeuren. Probeer ook nu goed uit te zoeken waardoor dit komt. Het gaat je namelijk helpen bij een nieuwe oplossingsrichting. Soms gebeurt het dat jouw eerste oplossingsrichting niet het gewenste effect heeft. En dat er te weinig aanknopingspunten zijn om mee verder te gaan. Veel innovators gaan dan terug naar de tekentafel om (met hun team) een andere oplossingsrichting te bedenken. Misschien dat iemand uit jouw team een goede oplossingsrichting weet, of misschien heb je zelf nog een ander idee achter de hand. Een goede brainstormsessie kan ook helpen! In beide gevallen kun je verder met het veranderen van de situatie waar je een andere uitkomst wilt. Veel van de eerdere stappen kun je herhalen, dit geldt ook voor de beschikbare werkbladen. Ook is het mogelijk om begeleid aan de slag te gaan met innovatie in jouw gemeente. Elk jaar start een aantal cursussen waarin je begeleid aan de slag gaat met de situatie die je wilt veranderen. |
Werkvorm - 100 dagen actieplanOm jouw waardevolle idee om te zetten in iets tastbaars heb je actie nodig. Door heldere doelen te formuleren en deze te vertalen naar acties ontwikkel je jouw idee door. Het actieplan helpt om voor de komende 100 dagen realistische doelen en acties te stellen. Werkvorm - waardenmodelIn het waardenmodel werk je uit 'hoe' je invulling geeft aan de waardenpropositie en wie en wat je daarvoor nodig hebt. Het helpt je om door meerdere iteraties (herhalingen) jouw idee klaar te maken voor realisatie. Werkvorm - communicatieplanHet is tijd om jouw waardevolle idee te delen met de wereld. Om te voorkomen dat er straks zes versies van jouw idee de ronde doen of alle advertenties gericht zijn op de verkeerde doelgroep, is het handig om na te denken over de communicatie. Welke boodschap vertel je aan welke doelgroep en hoe bereik je deze doelgroep? Cursussen
|