Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Ds. Henriette Schaap: “Ik wil de Bijbel praktisch verstaanbaar maken”

Ze houdt van de combinatie pastoraat en kerkdiensten. Daarbij moeten haar preken een relatie hebben met de mensen voor wie ze preekt, vindt Henriëtte Schaap (1964). “Ik wil de Bijbel praktisch verstaanbaar maken.”

  • ambulant predikant in Gramsbergen (28 uur). Hiervoor predikant in Emmen, Gieterveen, Coevorden, Ter Apel en Klazienaveen
  • studie theologie in Utrecht, gevolgd door de predikantsopleiding 
  • maakte een ontwikkeling door van confessioneel-evangelisch naar ruimdenkend. “Bepaalde ervaringen hebben me veranderd. Mijn levensloop, maar ook bijvoorbeeld de opleiding geestelijke verzorging die ik gedaan heb.”

Hoe ervaar je je roeping?

“Ik wilde altijd graag met mensen werken. Door het lezen van bijbelverhalen kreeg ik de ervaring dat iemand tegen me zei: ga dat maar doen! Door het evangelisatie- en recreatiewerk op campings dat ik in die jaren in de zomervakanties deed, bracht ik de studie in praktijk. Met kinderen, jongeren en volwassenen leuke dingen doen maar ook serieuze gesprekken voeren. Een mooie mix. Ik vond dat fijn, het paste goed bij mij. Het voorbeeld van mijn ouders speelde ook een rol; mijn vader was predikant, en mijn moeder actief als vrijwilliger in de kerk. Je hoeft geen stem te horen om roeping te ervaren.”

Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?

“Ik bloei op bij goede gesprekken. Met gemeenteleden, met kerkenraadsleden en met collega’s, als die er zijn. Gisteren heb ik bijvoorbeeld de hele dag bezoekwerk gedaan. Dat vind ik erg inspirerend. Zonder die gesprekken zou ik niet kunnen functioneren. Ik houd niet van ‘een preekje droppen’, het moet een relatie hebben met de mensen voor wie ik preek. Ik wil het bijbelwoord praktisch verstaanbaar maken.”

Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?

“Ik ben een keer met beide benen op de grond gezet. Er werd me aangeraden om elke dag een half uur te wandelen. Dat werkt goed voor mij. Tijdens het wandelen geniet ik van stilte, dat heb ik nodig. Ook muziek is een uitlaatklep voor me. Ik heb pianoles en ik zit op een koortje.”

Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?

“Als ambulant predikant houd ik me met name bezig met pastoraat en kerkdiensten, en het is die combinatie waar ik van houd. Van alleen pastoraat word ik leeggezogen. In het voorbereiden van diensten ben ik ook bezig met bijbelstudie en muziek. Dat laadt me op.”

Welke scholing heb je voor het laatst gevolgd?

“Ik heb onlangs de master geestelijke verzorging afgesloten. In september ben ik begonnen met de opleiding Undefended Preaching van Paul Visser. Met een groep van 8 collega’s verdiepen we ons in preken. Preken is soms eenzaam werk. Van de feedback van gemeenteleden moet je het niet hebben; de een vindt dit en de ander dat. Elkaar als collega’s  bevragen vind ik wel heel zinnig.”

Met welke andersgelovige in je omgeving zou je graag een keer aan tafel zitten?

“Bij mij om de hoek in Zwolle wonen veel moslims. Ik zou het leuk vinden om een keer met hen te praten. Niet om te discussiëren, maar om dingen van elkaar te weten te komen en om te kijken of ik dienstbaar kan zijn.” 

Welk boek, welke film of podcast raad je collega’s aan? 

“De podcast ‘Eerst dit!’, een dagelijkse bijbelpodcast van EO en IZB. Ik vind die echt geweldig, heel mooi compact. Heel fris, maar niet oppervlakkig. De stemmen van de sprekers zijn ook erg aardig, dat doet ook wat.” 

Is er een bijbeltekst die met je meegaat?

“Psalm 27:14, ‘Wacht op de HEER, wees dapper en vastberaden, ja, wacht op de HEER.’ Die tekst kreeg ik bij mijn inzegening in mijn eerste gemeente mee van een collega die tegen haar pensioen aanzat. Ik was jong, vol dadendrang, en stond te trappelen om het koninkrijk van God te vestigen. Het was een leerzame psalm, een psalm voor het hele leven.”

Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?

“Ik ervaar dat kerken vaak eilandjes zijn. We willen het altijd eerst zelf proberen, en zoeken de ander pas op als het niet meer gaat. Ik hoop dat er deurtjes opengaan, dat kerken elkaar gaan ontmoeten. Door iets samen te doen: wandelen of eten. En vervolgens samen te werken: samen dienstbaar zijn aan de omgeving. Dat stimuleer ik in Gramsbergen. Ik denk dat de professionals hierin het voortouw moeten nemen. De kerk gaat naar een minderheidspositie. Laten we elkaar als christenen niet negeren.”

Lees meer in de online serie 'Wie zijn onze voorgangers?':

Was deze informatie zinvol?
We hebben je feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)